Opgave: een huisdierhaiku die uit twee delen bestaat

Max Verhart

Van 32 inzenders kwamen dit keer 135 gedichten binnen, een kwantitatief aardig resultaat, dat uw redacteur niet geheel verraste, want het onderwerp ‘huisdier’ was expres gekozen omdat het vrijwel iedereen aanspreekt. Zozeer misschien dat, zoals Ria Giskes in het begeleidend briefje bij haar inzending opmerkte, het cliché en een te hoog schattigheidsgehalte op de loer liggen. Inderdaad, maar in de praktijk viel dat mee, misschien wel omdat de opdracht tevens was de haiku uit twee delen op te bouwen. Bovendien was nadrukkelijk gesteld dat haiku’s die uit één doorlopende zin bestaan in het kader van deze opgave bij voorbaat waren afgekeurd.

‘Een beetje een probleem dat ik heb met dit stijlmiddel – en ook wel met de nevenschikking – is dat de gewenste originaliteit te geforceerd kan overkomen. Hoe ver kun je gaan met je associaties zonder voor anderen onbegrijpelijk te worden?’ Dat vroeg Cees Kranenburg in reactie op de opgave. Het ‘stijlmiddel’ in dit geval was dus het uit twee delen opbouwen van een haiku. De nevenschikking is daar trouwens een speciale vorm van.
Kranenburg heeft natuurlijk volkomen gelijk. Je kunt het ook zo formuleren: als het stijlmiddel doel wordt, is de kans levensgroot dat de haiku er onder lijdt. Maar dat geldt uiteraard voor elk stijlmiddel. Het is nu juist de kunst van de dichter om de stijlmiddelen zo te gebruiken, dat ze dienen om een gevoel, een beleving, een resonantie in de lezer op te wekken zonder direct zelf op te vallen. Dat geldt dus in mijn ogen bijvoorbeeld ook voor beeldspraak en personificatie. Er waren, en zijn misschien nog wel, stemmen die betogen dat die stijlmiddelen niet in haiku passen. Het is een opvatting die ik bestrijd,
maar ik vind wel dat een te nadrukkelijk gebruik de haiku eerder zal bederven dan versterken.
Een andere reactie op de opdracht kwam van Bep Grootendorst: ‘Diep in mijn hart vind ik gedichtjes uit één lange zin toch vaak het leukst,’ schreef ze. Nu kwam ik gisteren in een vorig nummer van Vuursteen de volgende haiku van wijlen Marcel Smets tegen:

het zwarte hondje
keft aan zijn lange ketting
zijn dagen leeg

Voor mij is dat meesterschap, al weet ik niet precies wat ‘zijn dagen leeg keffen’ is , maar wel dat nu juist die originele formulering, de verassende ‘ontknoping’ in de laatste regel, deze simpele zin zo bijzonder sterk maakt. Kortom, een doorlopende zin kan een sterke haiku opleveren, maar dan zit het hem in de verrassende formulering of de verrassende wending. Maar in de praktijk blijken haiku’s die uit een doorlopende zin bestaan vaak niet boven de nogal vlakke mededeling uit te komen. In mijn ogen zit er vaak best potentie in en heeft de dichter dus beslist iets te melden, maar is het niet gelukt die
verrassende formulering of wending te vinden waarin die potentie tot volle wasdom komt. De techniek om de haiku uit twee (of drie) delen op te bouwen is nu juist een middel om zo’n verrassende wending of verrassend verband of een bijzonder spanning aan het gedicht mee te geven. Naar mijn idee wordt daar echter te weinig gebruik van gemaakt, wat nu precies de reden is om dat in deze rubriek te stimuleren.

Overigens begrijp ik van een correspondent, die aan het onderwerp nevenschikking in een haikukern ruim aandacht heeft besteed, dat er ook mensen zijn die van de hele nevenschikking niks moeten hebben. Prima. Ieder legt zijn of haar eigen criteria aan om haiku te schrijven en/of te beoordelen. Het staat ook de timmerman vrij om geen spijkers te gebruiken bij het timmeren!
Van anderen begrijp ik dat ze de nevenschikking maar bar moeilijk vinden. Het probleem is denk ik dat als het onderwerp voor een haiku zich heeft aangediend, de hele haiku in dienst staat van dat ene onderwerp en dat men zich daar ook associatief niet los van kan maken. Dat valt bijvoorbeeld op als je als opdracht geeft een gegeven begin van één of twee regels af te ronden tot een drieregelige haiku.
Ook in deze rubriek is dat enkele keren gedaan. En je ziet dan dat ruwweg tenminste driekwart van de inzendingen in die afronding voortborduurt op wat in die gegeven woorden al verteld is. Naar de verrassende wending of de verassende formulering, die de haiku iets oorspronkelijks en aansprekends geeft, kijk je als lezer dan vergeefs uit.
Maar behalve de verassende wending of verassende formulering is er nog een optie: de verrassende combinatie van twee of meer elementen. En die gedachte zat dus achter deze opgave. Hoewel de opgave doorlopende zinnen uitsloot, werden die wel aangetroffen onder de inzendingen, soms bestaande uit een hoofdzin en tussenzin.

Wellicht waren de inzenders ervan de mening toegedaan dat er dan geen sprake is van een doorlopende zin, maar dat is dan een misverstand. Wel waren er enkele gedichten van één zin bij, die in mijn ogen zoveel kwaliteit hadden, dat ze toch maar zijn doorgelaten. Ach, iedereen heeft wel eens een zwak moment…
Bij sommige inzendingen is discussie mogelijk of ze nu uit één of twee delen bestaan. Maar voor zover er dan sprake is van twee delen, zijn die zo inhoudelijk op elkaar afgestemd dat het onderscheid eigenlijk geen meerwaarde heeft. Voor mijn gevoel illustreert een dergelijke invulling eens te meer hoe moeilijk het kennelijk is een gegeven onderwerp in een ander kader te plaatsen.
Maar er blijft genoeg over. Want behalve de kwantiteit was ook de kwaliteit van de inzendingen bevredigend. Opvallend en verheugend was dat er nogal wat nieuwe namen bij de inzenders zaten. Hieronder volgt een veel ruimere selectie dan gewoonlijk uit de inzendingen. Her en der ben ik best geneigd wat commentaar te leveren, maar het is niet echt vereist en de beschikbare ruimte is ook maar beperkt.

De lezers zouden zelf nog wat dieper op de zaak kunnen ingaan door de selectie wat nader te bestuderen. Bijvoorbeeld aan de hand van de volgende vragen:

  • Welke gedichten kunnen toch nog als één zin gelezen worden?
  • In welke gedichten is een verband tussen de beide delen al door de dichter zelf expliciet aangegeven?
  • In welke gedichten is het verband tussen beide delen gesuggereerd, dus impliciet door de dichter aangegeven?
  • En in welke gedichten wordt het leggen van een verband geheel aan de lezer overgelaten?

Zijn er verschillen in wat u beleeft als de kracht van de haiku in de hiervoor genoemde toepassingen van de techniek van de tweedelige haiku?

Mocht u behoefte hebben om op deze selectie te reageren aan de hand van de voorgestelde vragen, dan ben ik daar zeker in geïnteresseerd.

oude weduwnaar                                               Tam als een lam ligt
de gekooide parkiet                                           Pa Rottweiler te dutten.
geeft nog wat aanspraak                                  Het wordt broeierig.
Rudolf Brenninkmeijer                                              Bep Grootendorst

na een week slechts drie                                   Sinterklaasavond –
van de tien eendenpullen –                              het pakje voor de hond
mijn kleinkind leert tellen                                 ruikt naar worst
Gerda Hooijberg                                                     Marleen Wenneker-Hulst

Oud-Engelse pub                                               zij praat maar door
op de vloer een bont tapijt:                              over kippen en konijnen –
slapende honden                                              buiten sneeuwt het
Mariëlla Schoemans                                                Julienne Haegeman

Ons bezoek arriveert.                                       zoet beleg –
Blij kwispelend gaat hij                                    in mijn tuin gonzen gretig
een speeltje halen.                                           buurmans bijen
Pom Hoogstadt                                                     Leon Scevenels

een straaltje zonlicht                                       natte sneeuw –
mijn vrolijke kip kakelt                                    onder de kaarttafel
in haar kippentaal                                           niest de kat
Jolien Van Nieuwenhove                                          Bouwe Brouwer

Het onweer barst los –                                     hij krijgt hem maar niet !
de kater opent een oog                                    het verstand zit in de staart
en slaapt weer verder                                      van de jonge hond
Ina Kuiper                                                             Peter Vree

Bibberend van angst                                        Het pad naar huis
vlucht de hond onder de kast –                       De hond herkent het beter
bliksem en donder                                            Dan de oude baas
Neeltje Hof                                                            Anke Manschot

ze likt haar pootje                                            ze vertelt het weer …
en poetst haar vacht –                                     de ritten met de tilbury
een tuin vol naaktslakken                                de naam van het paard
Ria Giskes                                                             Cees Kranenburg

Nog elke avond                                                 Zij drinkt haar koffie
loopt hij hetzelfde rondje,                                met porseleinen teugjes –
maar nu zonder hond                                      hoort hoe haar hond slurpt.
Carla van Leijen                                                      Maria De Bie-Meeus

in het wachthokje                                             rust in de keuken –
schuilt een haan met zijn kippen                    alleen nog wat geknaag
de bus rijdt voorbij                                           achter het aanrecht
Marian de Wit                                                        Ida Gorter

grazende schapen –                                         De paarden zijn stil.
de oude vrouw en haar hond                         Het licht van de volle maan
wachten geduldig                                             bevriest in de stal.
Corrie van Tright                                                    Ad Beenackers

de eerste sneeuwval                                         het weer heeft nukken
de kat rekt zich nog eens uit                            de kat maakt bokkensprongen
naast de houtkachel                                         draaiend om zijn as
Geert Verbeke                                                        Topy Wolf

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *