W.J. van der Molen – Een vijver in zee

Schrijver : W.J. van der Molen
Jaar : januari 2009
Uitgave : ‘t Schrijverke
ISBN : 978 90 809482 8 0
Aantal pagina’s : 48

Deze bundel is voor leden beschikbaar in de downloadpagina.

Tekst achterzijde

W.J. van der Molen (1923 – 2002) maakte midden vorige eeuw naam als dichter van onder meer sonnetten en vrije poëzie. In 1956 werd hij bekroond met de Van der Hoogtprijs.
Nadat hij decennialang weinig publiceerde, brak in de jaren tachtig een nieuwe creatieve periode aan, met de haiku als geheel nieuwe uitdrukkingsvorm. Zoals J.C. van Schagen voor hem, combineerde hij deze vorm met zijn individuele poëtica tot een geheel eigen geluid.
Hij publiceerde in de tijdschriften Vuursteen en het door hemzelf geredigeerde Kortheidshalve en in diverse bundels.

„Een vijver in zee” is een postume uitgave, nog door de dichter zelf voorbereid en opgemaakt in de redactie en inleiding die hem voor ogen stond. Met deze bundel bewijst Van der Molen eens te meer dat de haiku in handen van een waar dichter een sterk poëtisch medium is.

Op het strand staande
zie ik de golven breken
en tel de jaren

Warmwaterbloesem
in en om de koralen −
een vijver in zee

Boekbespreking uit Vuursteen herfst 2009
door Hans Reddingius

Zeker, de zee heeft veel dichters geïnspireerd tot het schrijven van mooie poëzie. Je kunt denken aan Kloos met zijn eindeloze deining, aan Baudelaire, aan Slauerhoff, aan Marsman en u heeft vast wel uw eigen favorieten. Stel je echter eens voor dat je 100 haiku’s moest schrijven over het thema ‘zee’. Ik moet er niet aan denken. Maar W.J. van der Molen heeft het gedaan. Nadat hij in 2002 overleed vond men in zijn nagelaten papieren een al helemaal voltooide bundel haiku’s over dit thema, en deze bundel is nu uitgegeven door Max Verharts uitgeverij ’t Schrijverke. Gelukkig maar, want dit lijkt me in het werk van Van der Molen wel een hoogtepunt. Als je denkt dat 100 haiku’s die allemaal wat met de zee te maken hebben misschien
wat te veel van het goede, te eenzijdig is, vergis je je behoorlijk. Dit is een zeer veelzijdige, afwisselende verzameling korte gedichten die allerlei mogelijkheden van het genre demonstreert en die je laat kennismaken (als dat nog nodig is) met een eigenzinnig en origineel dichter, en een echte vakman. De bundel begint met

Op het strand staande
zie ik de golven breken
en tel de jaren

In gedachten zie ik hem daar staan, de oude Willem van der Molen, en met hem zie ik de golven breken waarna er weer nieuwe golven komen die breken waarna er weer nieuwe … en hij telt de jaren en weet dat er voor hem niet veel meer zullen zijn. En dan kijken we naar de zee, hoe het water aanstroomt en zich weer terugtrekt:

Een evenwichtig
en mysterieus stromen
tegen elkaar in

Er zijn min of meer beschouwelijke verzen:

Een kind op het strand –
angst overspoeld door
uitgelatenheid.

en raadselachtige:

in spiegelingen
opgevangen – in rimpels
veronachtzaamd

Het is althans mij niet erg duidelijk wat Van der Molen hier bedoelt.
Dat is dan een opgave voor de lezer: wat staat hier nou eigenlijk, wat doet het mij? Spiegelingen, rimpels, opgevangen, veronachtzaamd – het heeft iets dat aanspreekt en intrigeert, en wat zou je meer kunnen verlangen van poëzie?
Of neem het titelgedicht:

Warmwaterbloesem
in en om de koralen –
een vijver in zee.

En ja, men treft ook herkenbare observaties, beeldend verwoord, zoals we dat graag zien in haiku:

de zee put zich uit
in beweging – het baken
in deinende rust

En fraaie klankeffecten zoals in

Flitsende messen
Geslingerd in de leegte
Meeuwen in duikvlucht

– een haiku die mooi het beeld oproept van de snelle bewegingen van meeuwen in de ruimte boven de zee.
Zoals te zien is in de hierboven gegeven voorbeelden zijn er variaties in vorm. Alle verzen hebben drie regels, maar naast het bekende 5-7-5 lettergrepen model zijn er ook andere regellengten te vinden.
Sommige verzen beginnen met een hoofdletter maar eindigen niet met een punt, andere beginnen met een hoofdletter en eindigen met een punt en sommige hebben geen hoofdletter(s) en geen interpunctie.
Van der Molen besliste voor ieder afzonderlijk vers wat de beste vorm was voor wat hij in dat vers wilde zeggen. De opgave
voor de lezer wordt dan om te proberen na te voelen waarom hij het zo deed en niet anders. Die laatste haiku die ik noemde:
maar liefst drie hoofdletters!
Het laatste vers uit de bundel is

Rechtstandig nadert
de zee het zwijgende zand
en legt zich daar neer.

Hoofdletter, punt. Daar was W.J. van der Molen. Lees, nee, bestudeer dit bundeltje. Het is de moeite waard.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *