Langs de lange dijk
het eindeloze water
dat aankomt en gaat
ook mijn herinneringen
drijven langzaam heen en weer.
De wereld zo stil
uren lopen langs de zee
het water wandelt
in de armen van het duin
mijn oude geboortehuis.
De rozen geuren
naar zoete zomerdagen
ik herinner mij …
mijn moeder aan de waslijn
hoe zij neuriede en zong.
De hemel zo wijd
duizenden vogels vliegen
hoger en hoger
ook voorbij de horizon
nemen zij nog dromen mee.
De stilte waaiert
in dit vroege avonduur
tussen de huizen
ergens klimt de maan omhoog
om uren lang te zeilen.
Muziek van Mozart
soms denk ik aan mijn vader
zijn smalle handen
hoe hij kon dirigeren
de zee, de wind, de wolken.
Een verjaardagsfeest
met kakelende vrouwen
geschoren gazon
in een hoekje van de tuin
denk ik aan wind en water.
Het zonlicht voorbij
nevels boven de velden
ruisende regen
zwaar van water de rozen
weemoedige merelzang.
Mijn geboortehuis
met het paadje naar het duin
de zee er achter
de oude ligusterhaag
ruikt eindeloos naar vroeger.
Twee witte paarden
doodstil staan ze bij het hek
gemaakt van beton
in het weitje er achter
woont een grote plastic koe.
De wijde hemel
waar de wind met wolken speelt
een verre einder
ergens vaart een vissersboot
neemt mee wat nooit meer eindigt.
Een heldere nacht
door het open raam de wind
iemand ligt wakker
denkt aan alles wat verdween
en nog niet verdwenen is.
Met wijde armen
strooit de vuurtoren haar licht
over het duinpad
steeds weer mijn eigen schaduw
als een uitgeknipte prent.
De avond wordt oud
oud ook mijn herinnering
aan vader, moeder
maar onverstoorbaar de maan
boven het geboortehuis.
De kleine kaarsvlam
die me vanavond bijstond
flakkert nog wat na
terwijl zij al haar licht gaf
werd ik van binnen rustig.
Drie oude mannen
op een bank achter de kerk
drie oude mannen
alsmaar rokend en zwijgend
achter de kerk, drie mannen.
Heuvels om ons heen
maar dit is het middelpunt
waar alles begon
het stromen van de rivier
het lied van de nachtegaal.
Grote aardbeien
te koop in de supermarkt
in mooie doosjes.
Ik weet dat ze nog duur zijn
maar o dat doosje, doosje …
Zoals de zee ruist
ruist ook wind door bladeren.
Een zacht bewegen
van wat ooit begonnen is
en steeds golvend door zal gaan.
Johanna Kruit