Gré Wansdronk – Tanka

Laat het een geheim
zeg het niet met koude woorden
sla je arm om me heen;
breek niet het bevroren gras
wacht op warmere dagen.

De bui barst los
regen roffelt op het dak
regenpijpen zingen;
was het vogelbad maar groter
de armen als vleugels gespreid.

De kleine kapel
met kunstbloemen versierd
verwelken ze ooit?
Drie treden diep is de bron
waar wonderen gebeuren.

Ze scholen samen
op de kop van de Zeedijk
bedelend voor een shot;
hun wereld en mijn wereld
een straatbreedte scheidt ons.

Na de regenval
omarmt het hoge water
riet en elzenbos;
een nieuwe wereld opent zich
ver van vertrouwde oevers.

Samen drijven ze
meeuw en waterlelie
op het stille ven;
rimpelloos ons leven
tot jij je vleugels uitsloeg.

In slobberbroeken
slenteren ze door de stad
de stoere binken,
schichtig schieten hun blikken
langs roodverlichte ramen.

Langs de rivier
ligt het zachtgele strandje
door struiken beschut;
rond een vervallen zandkasteel
staat rood het riet te bloeien.

In het kale dorp
één laan omzoomd door bomen,
het kerkhoflaantje;
’s avonds in de schemering
fluisterende stemmen.

Gré Wansdronk
gekawe@ekodomus.nl  

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *