zomerdroogte
van het bankje bladdert
een vlinder
Bouwe Brouwer
het oude boothuis
een zeewind rammelt
aan de deuren
Bouwe Brouwer
Lentenevels –
hoe sluierdun ze worden
in de ochtendzon.
Maria De Bie-Meeus
Samen zoeken ze
de veilige stapstenen
naar de overkant.
Maria De Bie-Meeus
Tienermeisjes
ze zingen een regenlied
terwijl ze zonnen.
Maria De Bie-Meeus
een felle herfstbui
veegt met donder en bliksem
de nazomer weg
Maria Sterkens
Gevallen blaren
en een dode fazant.
Herfstkleuren.
Luc Vanderhaeghen
Op weg naar de kerk.
Langs lege kermiskramen
zindert klokkenzang.
Luc Vanderhaeghen
watergolfjes
ze spoelen witte schuimranden
over mijn voeten
Annie De Paepe
vier vliegtuigen gezien
en nog minstens tien gehoord –
vogels spotten
Luc Lambrecht
Ogen en oren –
hij kan steeds beter zonder,
mijn oude vader.
Marc Hendrickx
vleugels vol dauw
een libel op een takje
vleugellam
Lieve Mignon
een bruin naaktslakje
raspt een gaatje in de sla
rustig uiteraard
Guido Ruyssinck
solden
door de winkelstraat loopt ze
het seizoen achterna
Marie-José Van Uffelen
op de Scheldeoever
tussen lawaaierig riet
gestoei van mussen
Marie-José Van Uffelen
de haagbeuk loopt uit
nog wat dorre blaadjes
in foetusvorm
Ria Giskes-Pieters
om me heen hoor ik
wat ik niet wil weten
mobieltjes
Ria Giskes-Pieters
een hok
met een konijn
dat knaagt
Ettina J. Hansen
vlasvelden alom –
onder een grijze hemel
kleurt de aarde blauw
Leon Scevenels
de regen roffelt
op het dichte bladerdak –
de wind zingt mee
Leon Scevenels
haar lange benen
wiebelen op hoge hakken –
de schooltas wipt mee
Julienne Haegeman
contrabas spelend
ondersteunt de frêle vrouw
een tangokwintet
Lieve Van Kerkhove
mijn zoon leest de brief
van zijn vriendin woord voor woord
en kauwt alles weg
Gonny Smeulders-Veltman
de oude pater
schuifelt de kapel binnen
en komt er tot rust
Rita De Voecht
donker haelwolke
spoeg hul inhoud aarde toe
tuin vol glaspêrels
Gerhard Mynhardt
vaak madeliefie vou
die laaste blink sonstraal
in geel kelke toe
Gerhard Mynhardt
eerste lentereën
blink eikeboomblaarbeelde
in die straat se spieël
Gerhard Mynhardt
Zelfs de wind fluistert
deze eerste lentedag.
Een klokje klept zacht.
Elly Coppoolse van den Berg
Een stramme hand
streelt het kleine hoofdje
een eeuw tussen beiden.
Irina Van Goeree
in de lege kerk
een bordje voor de preekstoel :
eerbiedig de stilte
Luc Lambrecht
Een vrouw uit de buurt,
tuk op roddel en weetjes,
kuiert op de markt
en zoekt tussen de koopjes
naar een gordijn met spleetjes.
Julien Tahon
de helderziende
kan haar bril niet meer vinden
haar boetiek gaat dicht
wegens onvoorziene
omstandigheden
Geert Verbeke
wel dertig flessen
voor in de glascontainer
hij gooit ze graag stuk
liever dan te piekeren
over haar afwezig zijn
Geert Verbeke