op reis geschreven
te weinig voor luisteren
te veel voor horen
te slecht om voor te lezen
te goed voor verloren tijd
propjes van woorden
en kladjes van poëzie
wratjes probeersels
wordend tot vodjes papier
tussen de rails wat teksten
rammelend rommelt
catering door het gangpad
koeken kruimelen
koffie bibbert in karton
servetjes vlinderen wat
bagagerekken
vol gekreukelde kranten
zijn al historie
oud nieuws – gelopen dagen
slenteren richting nieuwjaar
rugzakken worden
omgehangen – drommen naar
dreigende deuren
die sluiten als automaat
als je er net tussenstaat
de aankomst ontmoet
de dorpsstraat in een kale
wintertooi – droppels
hangen in hout paarlen langs
slingerweg naar de einder
het kleine kerkhof daar
herbergt het graf van Bloem
in alle eenvoud
vermeldt het — voorbij — voorbij
oh en vergoed voorbij
Aan zee
mensen slenteren
omdat zij willen blijven —
zien hoe telkens wanneer
de zon zich verliest in zee
men iets van zichzelf weggeeft
voor een hoger doel
de weerspiegeling tegen
het hemelgewelf
zij die geduld opbrengen
hopend op strandpastellen
Harry Eijlders