Ieder die het hoort
wordt vervuld met ontroering
als de vogels zingen,
in het ochtendgloren
morgenrood de hemel kleurt.
Eerste nazomerbui
het gutst, klettert, roffelt
als een waterval
die ruist, dreunt en spettert
dat het een lieve lust is.
De oude zeemeeuw
spreidt zijn vleugels uit en zweeft
voorbij de einder.
Daar aan ons oog onttrokken
raakt hij het water en sterft.
‘k Wil als een stil meer,
een ongeschonden spiegel
of een weide zijn.
Maar vaak jaagt een wilde storm
mij over woeste zeeën.
Dromen schuiven ‘s nachts
af en aan door mijn denken,
vluchtig en eindig.
Maar de dromen overdag
zijn pure werkelijkheid.
Jaap van ’t Veer
jvantveer@zeelandnet.nl