Simon Buschman
Tussen de bomen
hangt nog warmte van de dag;
in het open veld
de eerste nevels, licht, speels –
en straks het aardedonker.
Nachtstilte – daarin
het ruisen van de regen,
een goederentrein;
een deur slaat dicht, een prooi kermt
– en al die slapeloosheid.
Nu, bij volle maan,
licht het schelpenpad scherp op;
tussen golvend helm
duinenhuizen – straks de zee,
met al iets van dageraad.
Het schrale herfstlicht
boven de landerijen
– voor wie nog, voor wat ?
Slierten vogels trekken weg
en ook jij besloot te gaan.