Jos Stroobants – En zeer aandachtig …

stroobants_aandachtigRecensie Vuursteen herfst 2008 door Marian Poyck

Jos Stroobants (haiku’s), Rik Daze (foto’s)
En zeer aandachtig … ,
uitgeverij P, Leuven 2008
ISBN 978-90-77757-8-88

Wat hebben we in de hand? Een verzorgd ogend boek, ingenaaid met flappen, 21 cm in het vierkant. Achterin, in het colofon staat vermeld: trefwoord: gedichten, oorspronkelijk. Daarmee wordt de fotograaf zeer nadrukkelijk genegeerd wat geen goed beeld geeft van het belang van de foto’s in deze uitgave, die van uitzonderlijke kwaliteit zijn. Rik Daze slaagt erin om in zijn foto’s het niet herhaalbare vast te leggen. De befaamde fotograaf Henri Cartier-Bresson noemt
dat in zijn werk: het beslissende moment. Een priester die de laatste sacramenten toedient bij een ernstig zieke, met aan de andere kant van de openstaande deur: de schoonmaakster die onbekommerd de gang sopt; twee uitgelaten meiden, op een bankje wachtend op de trein en die haveloze man die hen, terwijl hij hen passeert, aanstaart; een bouwkraan, gezien door het glas-in-loodraam van een vervallen kerk; een schoolklas, als een klompje mensen in kleermakerszit onder een immens schilderij, de kruisafname voorstellend. Ook de zwarte omkadering, waarschijnlijk de randen van het negatief, doet denken aan Cartier-Bresson. Door de randen van het negatief mee af te drukken lever je het bewijs dat de omkadering van het beeld niet pas bij het afdrukken, maar al bij het maken van de foto bepaald werd.
Deze foto’s hebben een eigenschap die ik ook aan goede haiku’s toedicht: zij geven iets weer wat treft, en hebben als meerwaarde dat er een verbinding gelegd wordt naar een algemenere waarheid.

Over naar de haiku’s nu (haikoes, spelt Stroobants). Bij elke haiku staat een datum vermeld. Deze data beslaan een periode van niet minder dan dertig jaar. Een soort schaars bijgehouden dagboek. Veel haiku’s ondergebracht in kortere of langere series, vaak opgedragen aan deze of gene. Opvallend aan Stroobants’ haiku’s is het strikte toepassen van 5-7-5. Dat leidt soms tot enig fronsen, waar bij de volgende haiku trouwens ook de al te aforistische inhoud aanleiding
toe geeft – hier wordt een 25-jarig bruidspaar toegezongen:

de hitte van de
vlam brandt de eindjes van de
kaars naar elkaar toe.

Toch kan deze in haiku niet gebruikelijke vorm van regelafbreken, die je bijvoorbeeld bij dichters als Kopland of Kouwenaar veelvuldig tegenkomt beslist ook een versterkende functie hebben:

een glimlach voor een                                                     en dag na dag groeit
glimlach: de weg naar huis zal                                       scherper het silhouet van
minder eenzaam zijn.                                                      takken en twijgen.

hij koopt wat grond                                                         en nog even hevig
bouwt een huis; hij zingt het vol                                     na al dat ongeloof van
muziek en woont dan.                                                     jaren – de kleuren.

Je leest op deze manier hoe het gedicht zou moeten (c.q. kunnen) worden verklankt. Stel u bijvoorbeeld eens voor dat de tekst van het gedicht linksonder in dit blok in logische brokjes was opgediend: hij koopt wat grond / en bouwt een huis / hij zingt het vol muziek / en woont dan. Zou daar de poëzie mee zijn gediend? Nee. Een andere vraag is of we hier met een haiku van doen hebben. In tegenstelling tot de andere drie uit dit blok neig ik naar: nee. En is dit erg? Nee.

Verschillende keren echter melkt Stroobants een idee uit en dat levert vaak minder goede poëzie op naast een of hooguit enkele geslaagde gedichten. Zo heeft hij cyclus geschreven over de maanden van het jaar. Ik verdenk hem ervan vanuit een geslaagd gedicht, bijvoorbeeld het februarigedicht te zijn vertrokken en toen het plan opgevat te hebben om zoiets ook met de rest van de maanden te doen. En ja … dat levert dan dit soort ‘maakwerk’ op:

februari: niets                                                                   maart; ascese en
is reeds begonnen en toch:                                              verlangen, barstensklare
alles is er al.                                                                      wortels, zegenlucht.

augustus: kiemen                                                             november: zwarte
van verval en onrust in                                                    vogels, grijze luchten en
te grote warmte.                                                               een flits van vroeger.

Stroobants is een liefhebber van woorden. Hij verwerkt dan ook graag vondsten in zijn poëzie. Wat te zeggen van de eindregels van de drie gedichten onder de kop: Zomeruur: ‘ontvankelijkheid’, ‘toegankelijkheid’ en ‘vergankelijkheid’? Voor mij staan dit soort spitsvondigheden het genieten van de taal eerder in de weg. Het veroorzaakt een storende afhankelijkheid tussen de gedichten (om nog even mee te liften op dezelfde vondst).

De bundel als geheel blijft echter overeind dankzij het ijzersterke cement van de foto’s. Zo vergaat het mij althans: ik ‘lees’ de foto’s en pak af en toe een haiku mee, en dat blijft bevallen. De combinatie van tekst en poëzie is ondanks de soms wat mindere gedichten zonder meer geslaagd te noemen. Nergens in de bundel illustreren de foto’s op een ééndimensionale wijze de gedichten, noch andersom, en toch past het geheel wonderwel ineen. Ter afsluiting enkele van de betere gedichten:

water, water, maar                                                          reeds huist de lente
in geen eeuwigheid spoelt het                                         in het luidruchtig spel
deze stad weer schoon.                                                   van de kinderen.

huizen van verdriet                                                        ochtendmist

stapel mijn verdriet                                                          nog niet zichzelf, nog
tot zachte muren waarin                                                 niet dooraderd van leven
ik een venster zing.                                                           en kleur, nog niet: stad.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *