In een Japanse tuin – haiku – tanka

In een Japanse tuin - haiku / tankaUitgegeven in: 1992
Aantal pagina’s: 64
Uitgave: Uitgeverij Kairos
ISBN: 90-70338 38 6
Samenstelling: Henri Kerlen
Vertaling: Henri Kerlen
Illustraties: It

Schijnend op de bamboe
waar mussen in een zwerm bijeen
aan het tsjilpen zijn,
neemt het licht van de zon
de kleur van het najaar aan

Keizerin Eifuku (1271-1342)

Deze titel is beschikbaar in het Poëziecentrum te Nijmegen.

Tekst binnenflap:

De haiku en tanka in deze bloemlezing voeren ons naar de tuinen van vele Japanse dichters en de prachtige tuin van de grote schilder Ito Jakuchu. De prenten en poëzie zijn van grote schoonheid en getuigen van een diepe liefde voor de natuur.
De verzen zijn door Henri Kerlen verzameld uit een poëtische schat van veertien eeuwen en zijn vrijwel alle nu voor het eerst vertaald. Het nawoord vermeldt veel wetenswaardigs over de herkomst van bloemen en planten en hun betekenis in de Japanse poëzie.

De haiku is een kort gedicht met slechts drie regels van respectievelijk vijf, zeven en vijf lettergrepen. De haiku is in de zeventiende eeuw uit de tanka ontstaan, een dichtvorm uit de zesde eeuw. De tanka telt vijf regels van vijf, zeven, vijf, zeven en zeven lettergrepen. Deze poëzie sluit direct aan op de natuur en wordt gekenmerkt door uiterste eenvoud en grote innerlijke zeggingskracht.
In het voorwoord tot de „Kokinshu”, de keizerlijke bloemlezing uit 905 staat: „Het Japanse gedicht heeft het menselijk hart tot wortelen duizenden woorden tot bladeren”. en „Door het menselijk hart raken we verliefd op bloemen, benijden we vogels, laten we ons ontroeren door de zachte voorjaarsnevel en ons treurig stemmen door de dauw.”

Uiterst ongewoon en krachtig zijn de stuk voor stuk heel oorspronkelijke houtsneden van Ito Jakuchu. De compositie is zo gedurfd en levendig dat de prenten vandaag nog even verrassend zijn als in 1768, toen ze werden gepubliceerd in de uitgave „Gempo yoka”.
Ze zijn uitgevoerd in de weinig toegepaste ishizuri-techniek. Hierbij wordt de tekening in het houtblok gestoken en laat men de achtergrond staan. Bij het „drukken” wordt het dunne papier bevochtigd en in de verdiepte tekening gewreven. Het oppervlak wordt met behulp van een tampon met inkt ingewreven.
Eigenlijk is dit de wijze waarop rubbings van inscripties worden gemaakt, een techniek die de Japanners van de Chinezen leerden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *