Keuze uit ingezonden werk – Vuursteen zomer 2008

langs het wandelpad
houdt een rode paddenstoel
onze woorden tegen

Riet De Bakkker

op gelijke stammen
dragen vier berkenbomen
ongelijke kruinen

Riet De Bakkker

haar geur ontsnapt
uit een oud parfumflesje
even is ze er weer

Riet De Bakkker

ik zie zijn naam niet
de heidestruik voor de steen
is flink gegroeid

Gert Vingeroets

een reuzenschaduw
raakt mij even en glijdt
het vliegtuig achterna

Julienne Haegeman

bij de winkeldeur
kijkt hij sip naar de hemel
ze koopt weer schoenen

Emile Jans

ontwaken
in wit licht –
eerste sneeuw

Cees Kranenburg

lepeltjesgewijs
lichaamswarmte delen
energie besparen

Harrie Eijlders

Dagen later nog
spreekt ze over het cadeau
dat geen poesje was.

Marc Hendrickx

Even aarzel ik –
een spin heeft het tuinpoortje
ragfijn verzegeld.

Marc Hendrickx

Hij weet het zeker:
ook met rimpeltjes zal ze straks
de mooiste zijn.

Marc Hendrickx

donkere paden
het kwetsbare gezelschap
van slakken

Ria Giskes-Pieters

In de rouwkapel
beroert zij stil haar ringen
één is iets te groot

Elzien Schendstok

ze doen de ronde
door hun verwilderde tuin
voetje voor voetje

Ida Gorter

na drie dagen zon
de paardenbloemenweide
een zilveren zee

Ida Gorter

de vrolijke noot –
midden in braakliggend land
een trompetnarcis

Tini Haartsen-Slappendel

gebogen hoofden –
wat as waait op een klaproos
grijs op vermiljoen

Guido Ruyssinck

traag schrijft ze zijn naam
op de beslagen ruit
toen sneeuwde het ook

Guido Ruyssinck

de molenwieken
malen de wind – de wind draait
de molenwieken

Twan Meiresonne

nog in vol ornaat
verdelen drie koningen
hun zangopbrengsten

Marie-José Van Uffelen

op haar verjaardag
zeven kleurige kaarsjes
en schitteroogjes

Julie Daans

Zijn vierde leeftijd –
met als beste slaapmiddel
een nieuwe matras.

Hubert De Splenter

Uitgeteld ligt hij,
de kop tussen de pootjes,
op de zachte voet –
de mishandelde krabpaal
blijft onoverwinnelijk.

Liliane Beunckens-De Backer

Ik neem het jaagpad;
achter mij ontfermt de duisternis
zich over het landgoed.
Een wolk dansende muggen
doet mij uitgeleide.

Ad Beenackers

Haar lege leunstoel,
het half voltooide breiwerk,
de stille kamer –
ik geef haar planten water,
lees de kranten met tegenzin.

Ad Beenackers

Slangen en buizen,
instrumenten, toestellen,
verpleegkundigen.
Haar ogen, haar glimlach,
haar hand die de mijne pakt.

Ad Beenackers