Hans Reddingius
De thee groeide op berghellingen. Een smalle weg, met twee sporen steenslag voor autowielen, voerde van ons huis naar een meer bewoonde wereld. Overal diergeluiden. Om en tussen de theetuinen was groene rimboe. Aan de ene kant van de weg een steile helling, aan de andere kant de toppen van boomvarens die in het ravijn omhoog groeiden.
Het oude moeras:
je hoorde kikkers kwaken
ver in de omtrek.
Telkens als het voorjaar wordt
weet ik weer waar ik kind was.