Bespreking uit Vuursteen winter 2011
Een kopje haiku door Walter Vereertbrugghen
Willy Cuvelier, Haiku – Luchtbellen in een kopje haiku
Uitgave H-kA
ISBN: 978-90-75714-58-6
180 pagina’s
Ik herinner mij de tijd dat Willy Cuvelier de vier volumes van Blyth intensief aan het lezen was. Toen begon hij de verzen te vertalen. Het wikken en wegen, de manier om iets te verwoorden, het zoeken naar evenwicht tussen inhoud en poëtische zeggingskracht; hij hield er zich toen al mee bezig.
Het was niet verwonderlijk dat hij na kennismaking met De Lukraker het initiatief nam om via dit tijdschrift, waarvan de inhoud voornamelijk bestaat uit door de lezers ingezonden stukken, het begrip haiku te populariseren. Met vertrouwde regelmaat verscheen er een stukje van zijn hand, telkens weer een ander aspect van haiku in beeld brengend. In ‘Een kopje haiku’ kunnen we genieten van deze artikels. De als voorbeeld aangehaalde verzen zijn meestal geschreven door Japanners, maar ook westerse auteurs komen aan bod. Doorbladeren we even?
Nee, het zijn niet de 99 Luftballons van Nena die overzweven, het zijn wel net iets meer dan zestig luchtbellen in een kopje thee. De auteur refereert hiermee naar een passage uit Haiku – Een jonge maan van J. van Tooren. Zij schreef verkeerdelijk dat de dichtersnaam Issa betekende, en ik citeer: ‘Eén thee, of eigenlijk: de luchtbel in een kopje thee, omdat het leven ledig is als een luchtbel.’ Maar Issa, betekent niets meer dan: één thee.
Terug naar deze bundel. Willy Cuvelier gebruikt het beeld van de luchtbel vooral om hulde te brengen aan Issa, maar ook om aan te duiden dat zijn eigen bijdrage niet meer voorstelt dan wat luchtbellen. Hoe het ook zij, ze komen niet alleen de spijsvertering ten goede, maar komen tevens tegemoet aan de dorst naar kennis van de geëngageerde haikulezer.
Enkele opvallende titels van onderwerpen: kinderverdriet, armoede en rijkdom, dodenherdenking, de sauspan, sprookjes in haiku, de vondeling, theeceremonie, knieën. De auteur wijdt er telkens een luchtbel aan, met treffende voorbeelden.
Hun armoede gewoon,
samen in de avondkoelte.
Het ver gehucht.
Issa
Er wordt aandacht besteed aan taalgerelateerde aspecten: de juxtapositie, kleur je haiku, de tijd in haiku, de ruimte in haiku en haiku in de ruimte, poëzie in gewone dingen, 5-7-5, synesthesie; stuk na stuk visitekaartjes van iemand die weet waar hij mee bezig is.
Rood geverfd
door de zonsondergang
de krab en de zee.
Takayoshi Koyama
Er is ook een beknopte lijst beschikbaar met Japanse termen. De moeilijke begrippen ‘wabi’ en ‘sabi’ bijvoorbeeld staan er kort, maar duidelijk omschreven.
Uit elke bladzijde spreekt liefde voor haikugedichtjes, en respect en bewondering voor wie ze geschreven heeft. Willy, zo kennen we hem.