Door W.J. van der Molen
Uit: Vuursteen zomer 1985
Gaandeweg weten wij waar de herkomst ligt van de haiku en wat deze ten naaste bedoelt te zijn.
Binnen de geaardheid van de Japanner is er eeuwen geleden een poëzievorm ontstaan, die tot op de huidige dag een groter aantal belangstellenden lijkt aan te spreken dan uitsluitend de poëzie-gevoeligen.
De kortheid van de vorm, de direkte registratie, de afstandelijke doorzichtigheid en de stimulans die van de haiku uitgaat om de kreativiteit van de lezer mede op gang te brengen zijn mogelijke oorzaken tot meer dan de gebruikelijke appreciatie die er voor poëzie bestaat.
De haikudichter benut de buitenwereld om zich meer duidelijkheid te verschaffen over zijn eigen innerlijk en als zodanig kiest hij de lokaties of beelden die hem daarbij van dienst kunnen zijn.
Gevoelens van verlatenheid behoeven zich niet tot de winter te beperken. Ook in de lente kan de mens worden gekonfronteerd met de vergankelijkheid van al het bestaande en in de herfst treft men vooral voorbereidingen aan tot nieuw leven. De zomer is niet alleen maar een stilstaand hoogtepunt.
Een zee van schaduw
in plassen zonlicht – de zomer
op zijn retour al?
Deze gedachten kwamen bij mij op toen ik de levensgeschiedenis las van de klassieke dichter Basho, toegelicht door de haiku, die hij geschreven heeft in zijn verschillende scheppingsperioden. In de wereld en in de geschiedenis van de dingen die de dichter om zich heen waarnam veranderde niet zo veel in die dagen, althans er vernaderde aanzienlijk minder dan in het 50-jarige leven van Basho zelf. Maar op het hoogtepunt van zijn kreativiteit, toen er in hemzelf een harmonisch evenwicht was ontstaan, lijkt dat voor hem ook het geval te zijn met de hem omringende wereld.
Tussen ons en de dingen staat het gedicht van Basho en door zijn keuze uit de wekelijkheid verschuift ook ons wereldbeeld.
Door middel van schijnbaar objektieve elementen uit de natuur gelicht leren wij de mens in al zijn schakeringen kennen en beter kennen. De buitenwereld fungeert als een mogelijkheid tot diepere bewustwording, niet alleen van de dichter, maar door de dichter heen ook van onszelf. Het komt mij voor dat een ieder die zich aan het schrijven van haiku waagt, voor deze noodzakelijke wisselwerking tussen de buitenwereld en de eigen persoonlijkheid een plaats moet inruimen.
De middag regent
wit licht in de slaapkamer.
Zomermedicijn.
In haiku treden verborgen relaties aan de oppervlakte tussen het bestaande en de mens die er deel van uitmaakt. De haiku schept afstand en tegelijkertijd verzoent hij. De adem van de mens die zelfs in staat is stenen de doen splijten en de oneindigheid van de ruimte die ons de adem doet inhouden. De ene mens en de andere. Alles is resonans.
Zon van de zomer.
Een witte wolk drijft over.
Het hoofd duizelt mee.
Een vluchtige pennestreek die alleen maar een omstandigheid of een gebeuren in de natuur weergeeft zal noodzakelijkerwijs doodlopen in een enkelvoudige platte natuurbeschrijving. Onder de woorden door en dwars door de beelden heen zullen wij tegelijkertijd moeten ondergaan wat er de reden van is dat wij juist tot deze keuze zijn gekomen, welke de relatie is tussen ons en het verbeelde gebeuren en welke emoties de haiku vermag over te brengen op de lezer.
Bomen zijn overal te vinden in elk jaargetijde. In elke herfst vallen er bladeren en in de lente komt de gehele natuur tot uitbarsting en horen en zien wij de vogels het gebeuren begeleiden. Geen enkele volwassene maakt de zomer voor de eerste maal mee en oppervlakkig gezien heeft de natuur weinig verrassingen meer voor ons in petto.
Een drietal regels en een beperkt aantal woorden zijn weliswaar weinig, maar deze blijken toch in de praktijk toereikend om een kortsluiting tot stand te brengen tussen datgene wat buiten ons om en binnen in ons vrijwel tegelijkertijd wordt waargenomen en ondergaan.
Alles herhaling?
Jawel maar de variëteit
bevredigt soms ook.
Alleen dan wanneer de bekende zaken voor de eerste maal op een nieuwe wijze worden gezien bestaat er kans op een geslaagde haiku, waarvan zowel de maker als de lezer met verwondering dan wel met instemming kennis neemt.
Aangenomen moet worden, dat een haiku in feite een omzetting is van een persoonlijke waarneming en een daarmee samenvloeiende emotie in het belangrijkste expressiemiddel dat de mens ten dienste staat: het woord.
Met minder dan niets,
iets tussen twee woorden in,
of ertegen aan.
Ieder woord gaat gebogen onder zijn eigen zwaarte, zijn eigen werkelijkheidsgehalte. Woorden staan niet alleen. Zij hebben een verleden en een toekomst, een eigen elasticiteit. Pas indien zij met elkaar in relatie treden krijgen zij betekenis. Daardoor winnen zij aan accenten, die boven de betekenis en de waarde van de woorden zelf uitgaan. Het soortelijk gewicht is beïnvloedbaar.
Poëzie wordt pas dan mogelijk indien er sprake is van woordkettingen, van klanken en betekenissen die door hun onderlinge samenhang verbindingen aangaan en daardoor een relatie, een nieuwe eenheid vormen
Het behoort tot de taak van de dichter, om op een zo subtiele wijze met de taal om te gaan, dat er spelenderwijs op de juiste plaatsen die accenten worden gelegd, die een meerwaarde meegeven aan de woorden en deze boven het spreekwoordelijk gebruik ervan uittillen.
De dichter werkt voor een belangrijk deel intuïtief en vaak vallen de kliners en medeklinkers, de kleur en de klank van de woorden, hun openheid en hun geslotenheid, schijnbaar zo vanzelf in elkaar, dat er sprake lijkt te zijn van een nieuwe, hogere ordening van taal, die bij het gewone spraakgebruik zelden of nooit wordt bereikt,
Het staat in boeken.
Het staat op in woorden.
Het sterft in letters.
De storende elementen die de ordening inde weg staan, vallen bij het herlezen onmiddellijk op en dienen als ongewenst zorgvuldig te worden weggepolijst. De ingeboren taalintuïtie wordt het talent van de dichter genoemd: het uiteindelijk polijsten de techniek.
Zonder dit talent, zonder dit specifieke, zeer eigene hanteren van woorden en begrippen kan geen goed gedicht worden aangezet. Zonder techniek zal evenmin een goede aanzet kunnen worden voltooid. Des te minimer het gedicht, des te dwingender de noodzaak van een moeiteloos samengaan van talent en techniek.
De haiku moet ons al schrijvend in zijn geheel voor ogen staan, ook al zijn de juiste woorden nog niet ingevuld en staan alle beelden vooralsnog niet op hun plaats.
Haiku schrijven betekent een keuze doen uit de werkelijkheid die ons ten dienste staat en daarop reageren vanuit onze eigen emotie, met woorden en beelden die bijna even onuitputtelijk zijn. Door zich uitsluitend te beperken tot de beschrijving van datgene wat wordt waargenomen, gebeurt er nauwelijks iets met de dichter. Immers, wat hij ziet is al gebeurd en bijna tegelijkertijd heeft hij het vertaald in zijn hersens. Door alleen maar datgene te noteren wat hij als mens heeft gezien, schiet hij als dichter tekort. Hij ziet meer dan hij zich bewust wenst te maken en vervolgens verbeeldt hij dat in minder woorden dan zich aan hem opdringen.
Zo stil was alles,
dat het kon beginnen
met een vallend blaadje.
Haiku schrijven is een keuze doen van buiten af en daarna van binnen uit. In het geschrevene moet het verzwegene worden gesuggereerd. En vanuit het verzwegene moet het geschrevene in een ander licht komen te staan. Het schijnbaar onpersoonlijke blijkt reminiscenties met het gevoelsleven vand e dichter te hebben en beide bevinden zich binnen de grenzen van het gedicht in een tastend evenwicht.
Het werkstuk dat wij tenslotte onder ogen krijgen, kan slechts worden bewerkstelligd door de persoonlijkheid, de visie en het talent van de dichter, door woorden die tot zinnen worden en waarnemingen die tot beelden uitgroeien.
De boom bekijkend
voel ik mij ouder worden
en ook krachtiger.
In het bovenstaande heb ik getracht mij te distanciëren van het grote aantal spelregels, waaraan men zou moeten voldoen om tot het schrijven van een haiku te komen.
Nogmaals en nogmaals wil ik erop wijzen, dat het hanteren van regels, vooral voor de beginneling die vooralsnog niet over het juiste instrumentarium beschikt, een gevaar inhoudt. Elke spelregel leidt af van het wezenlijke. Vóór de regels vanuit de bestaande haiku door de kritikasters werden geformuleerd, waren de meest voortreffelijke haiku reeds op papier gezet en wel zonder dat de dichters zich ooit van deze beperkingen bewust waren geweest. Hun grenzen werden uitsluitend aangebracht door hun geweten als dichter, door de beperkingen van de taal en de kortheid van de vorm.
Voor het vertalen van een aantal emoties zal de haiku niet geschikt blijken te zijn en evenmin voor het precies beschrijven van de processen die buiten de dichter om in de wereld plaats grijpen. In die gevallen zal van andere poëzie-vormen gebruik moeten worden gemaakt.
De dichter schept uit het niets en als zodanig is hij volkomen vrij al zijn mogelijkheden aan te wenden om het gewenste resultaat te bereiken Het enige waarop hij heeft toe te zien is, dat er binnen een haiku een harmonische wisselwerking tot stand komt tussen de eigen binnenwereld en wat daarbuiten plaats vindt en dat hij daarvan op een afstandelijke wijze getrouw verslag doet, en wel zodanig dat hij ook de lezer iets te denken meegeeft.
Met kleine cirkels
en steeds grotere cirkels
het licht tekenen.
Dus toch een paar recepten zult u opmerken. En hoewel ik het met u eens ben, is dat toch slechts ten dele. Immers, de voorschriften waarvan in het onderhavige geval sprake is, betreffen het wezen van de poëzie, de belemmeringen die voornamelijk door de vorm worden opgeroepen, de vrijheid, die alleen door het kennen van de eigen grenzen wordt gelimiteerd.
Soms stuit ik op haiku, die duidelijk aan waarde inboeten doordat er in de eerste regel of de laatste te duidelijk is gestreefd naar vijf lettergrepen, terwijl vier lettergrepen meer voor de hand liggend zouden zijn geweest.
Vaak ook komt het voor dat de haiku in de simpele natuurbeschrijving is blijven steken zonder dat er ergens – hoe vaag dan ook – wordt verwezen naar de maker ervan en zijn betrokkenheid bij het gebeuren. In zo’n geval blijft de haiku onvertaalbaar naar de mens toe en schiet het gedicht m.i. ergens tekort.
Ook treffen wij haiku aan, die weliswaar een bekend natuurgebeuren exact beschrijven, maar die in feite niet meer zijn dan een uitgeknipte prozazin. In zo’n geval ontbreekt het mysterie dat woorden tot poëzie maakt en zinnen op een verrassende manier boven zichzelf uittilt.
Er zijn ook haiku die – om welke reden dan ook – nauwelijks enige spanning oproepen, waarbij de woorden zich zonder enige verheffing aaneenrijen en de beelden niet zijn verzinnebeeld. Hetzelfde geldt m.i. en in nog meerdere mate voor wat wij allen dagelijks dan wel periodiek in de natuur waarnemen. Pas als wij het met eigen ogen en op een individuele wijze zien, zal er op een persoonlijke wijze verslag van kunnen worden gedaan.
Nadat deze maatstaven zijn aangelegd zal kunnen worden beoordeeld of het zin heeft een haiku aan de openbaarheid prijs te geven. Ook de meningen van anderen kunnen daarbij zeer zeker tot steun zijn.
Een goede haiku schrijven vereist een gericht talent, een gerichte inspanning en een gerichte instelling. En het loont zeker de moeite zich die moeite te getroosten.
meer haiku´s over natuur
Beste, dit is een artikel uit Vuursteen en kan daarom ook door ons niet aangepast worden.