Duizendmaal op de lippen

Karel Hellemans

In de overtuiging dat deze rubriek zijn nut reeds bewezen heeft in het verleden, wil de redactie de zware last die Wanda Reumer op zich had genomen wat eerlijker verdelen. Bij gelegenheid zal ook een nader redactielid een concreet haikuprobleempje onder de loupe nemen. Voorafgaande is er wel een zekere vertrouwensrelatie tussen lezen en beoordelaar nodig. Ook wij kunnen geen ideale oplossingen uit onze mouw schudden, maar we willen wel proberen een eerlijk klankbord te bieden voor een ingezonden tekst en door een aantal gerichte bedenkingen, vragen en suggesties de auteur helpen om zijn tekst letterlijk “duizendmaal op de lippen” te nemen.

Wie er aan twijfelt of dit zinvol, of zelfs maar mogelijk is, doet er goed aan om b.v. de briefwisseling van Martinus Nijhoff eens open te slaan.

ik ontving de volgende haiku:

slechts de beiaardier
legt het avondverkeer lam –
toveren kan ie!

Deze haiku bevat het inspiratiemoment, de gevoelige, geestige waarneming, en bijgevolg is het de moeite waard om na te gaan of er verbeteringen mogelijk zijn. De eerste vraag is natuurlijk of er verbeteringen nodig zijn. Welnu, bij de eerste lezing storen twee elementen: de derde versregel (met uitroepteken) en het woordje “slechts”.

Het kan nooit kwaad eens na te gaan of de traditionele stappen die bij het opbouwen van een haiku gezet worden ons verder helpen.

Eerste stap: schrap al wat overbodig of onnodig is.
De derde regel bevat een explicitering die overbodig en schadelijk is: de lezer zou, door de suggestieve kracht van de tekst, zelf deze conclusie moeten trekken. “Slechts” is wel noodzakelijk, maar staat nogal ongelukkig. Kan deze informatie wellicht een volle regel vullen? Onze haiku wordt:

De stadsbeiaardier
legt het avondverkeer lam, –
alleen hij kan dat
.

De tekst is echter wat te vlak geworden en bevat niets meer van het “wonderlijke” van de oorspronkelijke haiku. De volgende stappen kunnen ons wellicht helpen.

Tweede stap: controle op de algemene haikukenmerken:

  • Seizoenswoord (beiaard kan wel)
  • hier en nu (O.K.)
  • liefst geen metaforen of vergelijkingen (toveren)
  • objectiviteit (O.K.)
  • goede verdeling van de woordgroepen over de versregels (O.K.)
  • suggestieve kracht. (?)

Wat dit laatste betreft is er wellicht een mogelijkheid om door handig woordgebruik iets van het “wonderlijke” te bewaren. Iets in de zin van “alle auto’s luisteren naar het beiaardspel”, wat uiteraard veel te lang is om in de haiku te kunnen gebruikt worden. Maar “luisteren” heeft de dubbele betekenis van aandahctig toehoren en gehoorzamen. Het kan dus worden:

Het verkeer ligt stil –
iedereen moet luisteren
maar de beiaardier

Deze tekst krijgt evenwel het karakter van een bevel, terwijl niet de dwang maar het ongedwongene, het vrolijke de eerste kern was. Wellicht kan dit weer verholpen worden door het geheel wat onpersoonlijker te maken:

Het verkeer ligt stil –
aandachtig luistert alles
naar de beiaardier

We geraken er niet helemaal uit, want nu is onze betekenis “gehoorzamen” weer wat in het gedrang gekomen.

Derde stap: controle op de duidelijkheid.
Is de tekst perfect duidelijk voor de lezer, kan hij zich inbeelden wat de auteur ervaren heeft en bijgevolg kan hij zich verbeelden wat hij met de tekst wil suggereren?

Hier wringt het schoentje nog gedeeltelijk. oplossingen kunnen wellicht gevonden worden langs onze vierde stap om:

Vierde stap: bezinning op de diepere betekenis(sen) van de waarneming.
Hierbij toch wel de volgende bedenking. De goede haikudichter zet deze stappen hoofdzakelijk intuïtief en onbewust. De regeltjes die wij hier formuleren zijn de steigers die alleen maar kunnen helpen om de constructie mogelijk te maken. Als ze echter fundamentele fouten vertoont, zakt ze in mekaar bij het wegtrekken van de steigers. Men kan nooit hopen talent of meesterschap te scheppen. Toch is vakmanschap niet onbelangrijk. Met een ander beeld uitgedrukt: de goede inspiratie voor een haiku is als het vinden van een ruwe diamant. Het vakmanschap bestaat erin deze te slijpen tot hij achtenvijftig facetten bezit. Pas dan kan hij zijn volle glans vertonen.

Met deze bedenkingen ligt de bal terug in het kamp van de auteur. Hij moer erover oordelen of de suggesties waardevol zijn. De kans is groot dat de uiteindelijke haiku er nog heel anders uit gaat zien.