door: Adri van den Berg
Vooraleer nader in te gaan op het gebruik van het seizoenwoord in de haiku, dienen we een korte schets te geven van de voorgeschiedenis. Van bij de aanvang merken we hoe belangrijk de natuur is in de Japanse literatuur, niet alleen in de poëzie maar ook in het proza. In plaats van te citeren uit de bekende inleiding van Ki no Tsurayuki op de Kokinshu, de eerste Japanse poëtica waarin het belang van de natuurervaring voor de dichtkunst overvloedig wordt aangetoond, citeer ik een prozapassage van de hofdame Sei Shonagon, wier Dagboek onlangs in Nederlandse vertaling verscheen.
Festivals
Er is niets dat de vergelijking met het Festival van de vijfde dag van de vijfde maand doorstaat, wanneer de geur van de iris en de alsem zo’n betoverend aroma vormt. Van de Negenvoudige Omheining tot de hutjes van de eenvoudige mensen, overal is men bezig de daken te bedekken met irisbladen en alsemtakken. Op de dag van het Festival geeft men elkaar cadeautjes, de jongeren steken irissen in hun haar, versieren hun jassen en Chinese jakken met lange iriswortels, en maken ze vast met gevlochten koorden die in verlopende tinten zijn geverfd. Op straat ziet men kleine meisjes die zich met irissen versierd hebben, maar de bloemen zijn kleiner dat die de volwassenen dragen. De kinderen zijn heel trots op hun uiterlijk. Ze kijken voortdurend naar de bloemen op hun mouwen en vergelijken ze met die van hun vriendinnetjes. ik geniet ook zeer van dun opgerolde irisbladen, toegebonden met groen papier en aan een kledingstuk bevestigd, en van iriswortels gehecht aan wit papier. Er zijn enkele heren met een zeer verfijnde smaak die lange iriswortels bij hun gedichten insluiten en het is een genoegen naar de dames te kijken die een dergelijke brief hebben gekregen en er met andere dames over praten. Degenen die deze dag kiezen om een meisje van zeer goede afkomst of een Hoge Hofdignitaris een brief te sturen, tonen een uitzonderlijk gevoel voor verfijning. Het Irisfestival is een feest dat niets dan vreugde schenkt tot de bergkoekoek de dag ten einde brengt door zijn naam te roepen.
Beter dan lange theoretische beschouwingen geeft deze passage aan welk een grote gevoeligheid voor de natuur de Japanners ontwikkeld hadden, en welk een belangrijke rol dit natuurgevoel in hun cultuur speelde.
In vroeger eeuwen werden soms dichtwedstrijden uitgeschreven rond opgegeven thema’s als: koekoek, kersenbloesem, pruimenbloesem, enz. Uiteraard ontbreekt hier meestal de diepgaande symboliek die de seizoenwoorden vanaf de twaalfde eeuw gingen krijgen.
In de renga, het kettingvers, zou het seizoenwoord zich ontwikkelen tot een formele verplichting. De reden hiervoor was niet alleen de intense natuurverbondenheid van de Japanse dichters, maar ook de vraag naar voor iedereen begrijpelijke beelden met een sterke suggestieve kracht, zodat de dichterlijke dialoog zich gemakkelijk kon ontplooien. Zo werd het seizoenwoord het bijzonderste kenmerk van de openingsstrofe van een kettinggedicht, hokku geheten, de voorloper van de haiku.
In vele gevallen merken we dat het seizoenwoord formalistisch en triviaal werd. Zelden was er sprake van een innerlijk doorleefde ervaring. Vermelden we hier dat vanaf 1100 er vijf categorieën seizoenwoorden ontstonden. In Japan gold Nieuwjaar als een apart seizoen. Aangezien de Nieuwjaarsperiode ongeveer twee maanden later viel dan volgens de Westerse kalender is het geen wonder dat Nieuwjaar ook het begin van de lente aanduidt.
Er ontstonden uitvoerige lijsten met seizoenwoorden en met voorschriften voor het goede gebruik ervan. Zelfs lijsten per maand en per exacte datum werden opgesteld. Zo stond de perzikbloesem voor 3 maart, de iris voor 5 mei, enz. Niet alleen de datum werd gepreciseerd, de betekenis van woorden en uitdrukkingen werd ook vaak verfijnd. Bijvoorbeeld:
jonge blaadjes gingen gelden als lentewoord als er tegelijkertijd bloesems genoemd werden. Was daarvan geen sprake, werd er dus geschreven over jong blad alleen, dan voelde men dit aan als een zomerwoord.
Hoewel de bedoeling van de verfijning was het zorgvuldig omgaan met de seizoenen als teken van waarachtigheid, zijn de verzamelingen van deze woorden – die langzamerhand ontstonden – verworden tot niet meer dan een “woordenboek”. De innerlijke geest die aan het groeien was, kwam in het gedrang.
Gelukkig ontwikkelde in de tweede helft van 1600 Basho zich tot een dichter door wiens meesterschap de uitwassen wat verdwenen. Basho legde grote nadruk op de zuiverheid van de haiku. Hij stelde dat al te diepgaande beschouwing van seizoenwoorden niet wenselijk is: inzicht is belangrijker dan haarkloverij over een woord. Dit inzicht kan ontstaan als het seizoenelement overeenkomt met de tijd waarin de haiku wordt geschreven: het hier-en-nu.
Tweehonderd jaar later (1867-1902) leefde Shiki, en ook hij heeft een pleidooi voor het seizoenwoord gehouden. Vlak voor zijn leven was er, net als in de periode juist voor Basho, een tijd van trivialiteit in de haiku. Dichters vervielen in gekunsteldheid, de haiku miste gevatheid en humor. Het seizoenelement werd een formaliteit: een groep woorden van 17 lettergrepen met iets van een seizoen werd per definitie als haiku geaccepteerd.
Een voorbeeld:
Ik snij de lelies en naast elkaar leg ik ze bovenop het gras (Sokyu, 1761-1842) |
“Zomer” is in deze tekst het seizoenelement, uitgedrukt door het woord “lelies”, maar voor deze haiku zou iedere andere bloem waarbij aan de zomer wordt gedacht, gebruikt kunnen worden zonder dat er iets verandert aan de betekenis. Het is nu niet meer dan een mededeling, waar niet veel aan te beleven is; er wordt nauwelijks doorgedrongen tot de kern van het waargenomene.
Shiki maakte duidelijk dat als een haiku een seizoenelement bevat – een welgekozen en doordacht woord – er makkelijk een snelle associatie en een diep gevoel kan ontstaan.
Waarin ligt nu het belang van het gebruik van een seizoenwoord? Omdat het vastleggen van een eigen ervaring in een haiku zo’n persoonlijke kwestie is, moet ik hierbij aantekenen dat wat ik nu ga zeggen in de eerste plaats geldt voor mijn eigen opvattingen, maar ik hoop dat het herkenbaar is voor anderen.
Omdat haiku zo’n uiterst korte dichtvorm is, is het van belang de 17 lettergrepen zo doeltreffend mogelijk te gebruiken. Het suggereren van een seizoen heeft een indringende, poëtische kracht en plaatst de lezer onmiddellijk in een concrete tijd en sfeer:
In alle eenvoud is de lente gekomen, een lichtgele lucht. (Issa) |
De dingen in de natuur hebben hun eigen ritme van komen en gaan binnen het ritme van de seizoenen. En dat ritme van de seizoenen beïnvloedt ook ons. Wij maken immers deel uit van de natuur, waardoor het van belang is om mee te gaan in dat ritme, om zodoende in harmonie daarmee te kunnen leven. Door nu in haiku een seizoenwoord te gebruiken, oefent de dichter – en zeker één uit ons deel van de wereld – zich erin de natuur als deel van de mens te zien, zoals dat in Japan van oudsher gebruikelijk is. De liefde van de Japanners voor de natuur wortelt in het religieus gevoel van het Shintoïsme, dat strookt met het Japanse levensgevoel.
Nu is in Japan de symboolwaarde van woorden die bekend zijn als seizoenwoorden, sterk ontwikkeld. Veel Japanners kennen de historische en culturele achtergronden van bepaalde landschappen, bergen, tempels, die bovendien vaak verbonden zijn met de seizoenen, zodat het noemen ervan bij Japanse lezers onmiddellijk associaties oproept.
Als Basho schrijft
Te Sarashina zag ik de maan drie nachten zonder één wolkje |
zal het voor de gemiddelde westerse lezer niet direct duidelijk zijn dat dit een herfst-haiku is. Voor de Japanse lezer is dat wel zo, omdat het district Sarashina van oudsher beroemd was om zijn prachtige herfstmaan.
In onze nog jonge Westerse haiku-traditie komen we dergelijke begrippen met de daaraan verbonden seizoengevoelens minder vaak tegen. Dat kan een aansporing zijn om, al zoekend naar seizoenwoorden die passen in onze belevingswereld, de symboolwaarde te vergroten en te verdiepen en daarmee de intensiteit van het seizoengevoel. Er zullen dan wellicht steeds minder “versierende” woorden nodig zijn.
Woorden en woorden en al om niet: hoe zacht fluistert de regen (J. van Tooren) |
Pas als we een symboolwoord buiten zijn traditionele jaargetijde willen gebruiken zullen we nadrukkelijk moeten spreken van lente (-maan, -storm) of winter (-maan, -mist).
Tegen het gebruik van een seizoenwoord kan worden ingebracht dat er vandaag-de-dag nauwelijks seizoenen bestaan, wij met onze centrale verwarming, met onze aardbeien in december.
Toch blijft ons innerlijk beleven van de seizoenen nog intact. Door nu te zoeken naar woorden die bepaalde seizoenen symboliseren, moet de haikuschrijver zich verdiepen in het gevoel dat een zeker woord bij dichter én lezer oproept, waardoor geen uitvoerige beschrijving nodig is en de haiku een grotere diepte en poëtische kracht kan krijgen.
Doordat we al doende dieper doordringen in de ware betekenis van de woorden kunnen we wellicht afraken van wat al te veel “lenteregens” en “zomerstormen” – hoe functioneel en soms onontbeerlijk dit soort woorden ook kunnen zijn.
Het zal dan meer vragen van het inlevingsvermogen van de lezer, maar het lijkt mij een ontwikkeling ten goede, én een uitdaging.
Een tijdlang heb ik bij het lezen van haiku speciaal aandacht gegeven aan het al dan niet gebruiken van een seizoenwoord.
Het is natuurlijk een heel persoonlijke kwestie, maar ik heb gemerkt dat ikzelf gecharmeerd ben van haiku waarin een seizoenelement gebruikt is. Dat helpt me om door te dringen in dat, wat de dichter met mij wil delen en om nog beter de rol van deze beleving in het grote geheel van de seizoenen te voelen.
Zon in december – meterslange schaduwen vóór ons op het strand. (Hetty Rietveld) |
Door het woord “december” onderga ik onmiddellijk de sensatie van een helderkoude winterdag. Ook de kwaliteit van de schaduwen wordt erdoor voelbaar gemaakt, de tijd van de dag. Bovendien geeft dit vers een indringende situatietekening – kortom het lezen van deze haiku roept dat seizoengevoel bij mij wakker, waardoor ik me opgenomen voel in dat grote geheel der seizoenen.
Een seizoenwoord dient zodanig doorvoeld gekozen te worden dat de emotionele betekenis ervan perfect begrepen wordt. Toelichtende opmerkingen zijn dan niet meer nodig. Bij het zingen van een insect, bij het waaien van de herfstwind, hoeft geen gevoel van vrolijkheid of droefheid meer genoemd te worden. En niets in de natuur is te klein of te onaanzienlijk om emoties over te brengen.
Blauw-paarse steeltjes van de bosanemomen wachten op warmte (Wanda Reumer) |
Er is – dat wil ik benadrukken – verschil tussen het seizoenwoord dat niet méér is dan het zegt – en waarbij we ervoor moeten oppassen dat het niet alleen als een kalenderdag gaat werken; dat het mechanisch wordt gebruikt om aan de regels te voldoen, waardoor de haiku er een wordt over een ervaring in plaats van de ervaring te zijn, zoals in
De regendruppel drijft als bel verder in de plas op het trottoir (Jos van hest) |
Al bij al ben ik tot het inzicht gekomen dat voor mij het seizoenwoord belangrijk is bij het schrijven van haiku. Op inspiratie van het Japanse levensgevoel kan ik – als rationele Westerlinge – door me te verdiepen in het seizoenwoord mij erin oefenen de natuur niet te zien als los van de mens.
Dan is die natuur ook geen vijand meer die getemd en onderworpen moet worden, zoals hij in onze verstandelijke wereld al te vaak wordt gezien.
Dat kan dan weer uitgedrukt worden
- in woorden die liefde voor en verwantschap met de natuur weergeven;
- met woorden die diepte en glans aan een haiku geven en
- met woorden die kwaliteit en karakter aan de dingen geven, maar die van grote eenvoud zijn. “Leer van de dennenboom over de dennenboom;leer van de bamboe over de bamboe” zei Basho.
Er zijn stromingen die ieder gebruik van seizoenwoord verwerpen, Maar mrs. Isaacson, die in Groningen de school van Basho bestudeert en onderwijst, zegt:
“In ons zonnestelsel wordt alle leven gedicteerd door de zon en de cyclus der seizoenen. Daarom is een vers zonder seizoenwoord geen haiku en moet het anders worden genoemd.”
Zover wil ik niet gaan, maar ik ben er wel van overtuigd dat – hoe het ook verder zal gaan met haiku; hoe de huidige discussie over lettergrepen of vorm zich zal ontwikkelen – het seizoenwoord zal blijven bestaan omdat het samenhangt met een fundamentele houding tegenover de natuur en het leven zelf.
ik wil eindigen met een haiku van Basho:
Heel de dag is niet genoeg voor de leeuwerik die zingen wil, zingen. |