Max Verhart
Rinus Roland: Spirituele wandelgids – Brabant Limburg, Eoscentra; zonder plaats (maar Eoscentra heeft haar hoofdvestiging in Nijmegen), zonder jaartal (maar uitgegeven in 2009). 160 pag. ISBN 90-75362-85-4.
Een spirituele wandelgids, wat moet je je daarbij voorstellen? Een esoterisch of new age-achtig werkje over wandelen en wandelroutes?
Ja en nee. De uitgever van de Spirituele wandelgids voor de Nederlandse provincies Brabant en Limburg heeft inderdaad een esoterische basis en daarvan is in deze uitgave ook wel wat terug te vinden. Maar op een niet opdringerige en mede daardoor plezierige manier. De kracht van de formule is dat er wandelingen worden gepresenteerd zoals je dat van een wandelgids mag verwachten en dat de teksten die tot beschouwing noden daar los van gelezen kunnen worden.
Van een redelijk aantal van de beschreven wandelingen weet ik uit eigen ervaring hoezeer ze de moeite waard zijn, wat mij de overtuiging geeft dat ook de andere routes de natuurliefhebber veel te bieden zullen hebben. Wat dat betreft dus warm aanbevolen!
Waarin zit dan het spirituele van deze gids? Wel, dat bestaat uit de verspreid door de gids opgenomen suggesties om je wandelbeleving te verdiepen, om je bewustwording aan te scherpen, om het hier en nu intenser te beleven. Tot die suggesties behoren onder meer de aanbevelingen om observaties in woorden uit te drukken.
Als vormen worden met name genoemd het elfje, het woorddicht, de haiku en de brief. Een elfje bestaat uit elf woorden, verdeeld over vijf regels, met respectievelijk één, twee, drie, vier en één woord(en) per regel.
Een woorddicht (of acrostichon) is een gedicht waarbij de beginletters van elke regel een woord vormen (of een naam, zoals in het Nederlandse volkslied). Haiku hoeven we in Vuursteen niet toe te lichten. De korte beschrijving in de wandelgids is correct, hoewel voor iemand die er voor het eerst kennis mee maakt in één opzicht wellicht wat verwarrend. Want enerzijds wordt gezegd dat een haiku gewoonlijk uit 5/7/5 regels bestaat, waaraan de als voorbeeld gegeven
gekende kikkerhaiku van Basho ook voldoet, maar een tweede voorbeeld (vermoedelijk van de auteur zelf ) nou juist niet: Boven het graf / van haar grootmoeder / bidt een leeuwerik – wat 4/5/5 is.
Naast deze suggesties worden ook weer verspreid door de gids in de marge korte uitspraken en gedichten van velerlei herkomst geciteerd, die tot contemplatie uitnodigen. Uit de Talmoed bijvoorbeeld: We zien de dingen niet zoals ze zijn, maar zoals wij zijn. Of het Chinese spreekwoord: De binnenkant vertoont zich altijd aan de buitenkant. Is dat ook niet een beetje wat je als haikudichter (soms) probeert: de binnenkant zichtbaar (of voelbaar) te maken door
compact te formuleren wat je aan uiterlijke verschijnselen waarneemt?
In haikukringen kennen we zoiets als de ginko: de wandeling die (mede) bedoeld is om indrukken op te doen die hun weerslag krijgen in één of meer haiku”s. De haikudichter zou deze uitgave dus vooral kunnen beschouwen als een ginkogids – maar natuurlijk kunnen veel van de andere suggesties uit dit boek daar ook dienstig bij zijn.
Het is, meen ik, de bedoeling dat voor de overige provincies in Nederland vergelijkbare gidsen gaan verschijnen. Afgaande op dit eerste deel kan ik de reeks aanbevelen.