‘Een kritische beschouwing die de emotionele diepgang van de haiku’s van Ban’ya Natsuishi1 zichtbaar maakt’ – dat was de vraag in de uitnodiging om een bijdrage aan deze bundel te leveren. Nu is de enige emotionele diepgang die iemand kan peilen, althans kan pogen te peilen, natuurlijk zijn eigen emotionele diepgang. Dit wordt dus eigenlijk ‘een kritische beschouwing over mijn eigen emotionele diepgang, zichtbaar gemaakt aan de hand van Ban’ya Natsuishi’s haiku’s.
Ojee… dat zou wel eens bloedje link kunnen worden.
Zoals de dokter opgewekt zei bij het lichamelijk onderzoek: ‘Doet u uw kleren maar uit, meneer, en ga achter dat scherm staan.’ Dienovereenkomstig moet ik mij dus emotioneel bloot geven om doorgelicht te worden door middel van Ban’ya Natsuishi’s haiku poëzie.
Dan maar meteen het ergste opgebiecht: sommige haiku’s van die dichter brengen een emotionele afgrond in mij aan het licht. Een gênante waarheid, maar het is niet anders !
Above the strait Boven de zeestraat
towering lightning hoog opschietende bliksem
‘More threnodies !’ ‘Meer klaagzangen !’
Wat is dit nou toch ? Op het eerste gezicht kan ik er niks van maken. Niet dat ik de woorden niet begrijp, want die ken ik stuk voor stuk. Het probleem is ook niet dat ze in hun samenhang geen rationele betekenis hebben, want bij nader inzien bevroed ik dat we uitkijken over een zeestraat met duistere wolken erboven waaruit bliksemflitsen wegschieten, terwijl iemand uitroept: ‘Meer klaagzangen !’2
Huh ?
Al beschrijft het gedicht misschien adequaat een reële gebeurtenis, het doet me emotioneel helemaal niks. Misschien zit ik er trouwens helemaal naast, maar dan nog staat de tekst mijn lezing niet in de weg, dunkt mij.
Aldus brengen ook andere gedichten van Natsuishi een emotionele leegte in mij aan het licht. Misschien ben ik te verstandelijk, wat, vrees ik, inderdaad wel mijn grondhouding is.
The embrace of planets De omhelzing van planeten
depends often on hangt vaak af van
rumors geruchten
Werkelijk? Of bovenwerkelijk?
Want dit beeld treft me inderdaad als surrealistisch en dat is misschien precies de bedoeling. Maar anders dan bijvoorbeeld een schilderij van Dali doet dit gedicht mij weinig of niets.
Waarschijnlijk ontgaat mij trouwens een heleboel context.
Entering a dream Een droom binnengaande
of that Great Fish of the South, van die Grote Vis van het Zuiden
wanting to cry out het uit willen schreeuwen
Nog een surrealistisch beeld ? Of bestaat er echt zoiets als de Grote Vis van het Zuiden in de Japanse (of een andere) mythologie ? Dan mis ik in dit gedicht inderdaad context: in dit geval ontgaat me dan wat soms wel de verticale as van een haiku genoemd wordt.3 Dat zou best zo kunnen zijn bij meer haiku’s in het werk van de heer Ban’ya.
Ach, natúúrlijk mis ik veel historische en literaire context. In de Nederlanden wordt het idee van wat haiku is (en moet zijn) nog voornamelijk gebaseerd op klassieke Japanse haiku zoals die ge- schreven werden van de 17e tot de vroeg 20e eeuw. Onze oriëntatie houdt zo ongeveer op bij Shiki. Publicaties over haiku’s die later werden geschreven zijn schaars. Gendai (moderne) haiku’s krijgen weinig aandacht en aangezien Natsuishi’s haiku’s zonder twijfel in de voorste gelederen van gendai haiku opmarcheren, ontbreekt er bij ons (en vermoedelijk ook elders buiten Japan) te veel historische context, om zijn ongetwijfeld baanbrekende positie in de voort- gaande haikutraditie naar waarde te kunnen schatten.
Haiku’s die wél emotionele weerklank genereren:
Going under the sea Onder de zee gaand
yellow light geel licht
and purple music en paarse muziek
Toevallig heb ik een afschrift van deze haiku, door de auteur zelf gekalligrafeerd op een kartonnen paneeltje, met aan de ene kant het Japanse origineel en aan de andere de Engelse vertaling. Die haiku bevalt me wel en kan helpen het belang van context aan te tonen. Want al heeft ook deze haiku surrealistische trekjes, volgens mij werd hij geschreven tijdens of na wat ik ken als het ‘Chunnel event’ 4: een tocht per shuttle trein door een internationale groep haikudichters van Frankrijk naar Engeland en terug via de Kanaaltunnel, herfst 1997 5. Ze gingen dus onder de zee, pratend over haiku! De Nederlandse haikudichter W.J. van der Molen 6 vermeldt dat Ban’ya Natsuishi daar bij was. Met die wetenschap wordt de haiku een stuk realistischer. Die ‘paarse muziek’ kan je dan beschouwen als poëtische beschrijving van wat de dichter hoorde. (Of het slaat op Deep Purple, een rock band die nog altijd actief is.)
That’s my brain, there! Dat is mijn brein, daar!
That gap Dat gat
in the cottony clouds in de katoenachtige wolken
Dit zou ik puur verstandelijk lezend weer met een surrealistisch schilderij vergelijken. Maar ik vind het ook wel grappig. Het doet me eraan denken dat ik zelf wel eens het gevoel heb dat mijn geestelijke vermogens mij in de steek laten, als waren ze… nou ja, dat gat daar, in die katoenachtige wolken!
Dacht de dichter dat ook ? Dat is hoogst onzeker. Maar al dacht hij wat anders, wat dan nog ? Het gedicht is tenslotte wat je er als lezer van maakt. En de dichter zelf is, nadat hij het gedicht op papier heeft gezet, uiteindelijk ook maar één van de lezers. Zou zijn lezing dan meer te betekenen hebben dan die van welke andere lezer dan ook ? Zoals ik ooit schreef : geprevel – / de lezer voltooit / het gedicht.
The sky is high Hoog de hemel
a body een lichaam
like a symphony als een symfonie
Je kunt dit lezen alsof de hemel wordt vergeleken met een ‘lichaam als een symfonie’. Hm – dat heeft wel wat. Maar als ik mezelf in de haiku projecteer, als ik mezelf neerzet onder een hoge hemel zoals ik die ken – en in Nederland zijn de hemelen soms veel en veel hoger dan de Mount Everest – dan doet de pure bestaansbeleving mijn lichaam als het ware zinderen als een symfonie.
Zoem – daar bracht het gedicht een snaar in trilling.
Alle hiervoor geciteerde gedichten van Ban’ya Natsuishi zijn afkomstig uit A Future Waterfall 7 (Een Toekomstige Waterval), een verzameling die mij zowel bekoort als afstoot. Hij bekoort, omdat de schrijver iets met woorden bereikt dat je doet vermoeden dat er veel meer achter zit. En hij stoot af omdat het me in veel gevallen ontgaat wát er dan wel achter zit. Misschien hebben die haiku’s een koan-kwaliteit, die de lezer uitdaagt de ratio achter zich te laten en in zoiets als een intuïtief begrijpen te duiken. Maar zolang je zo’n rationele gedachte koestert, blijven je voeten vast aan de grond genageld.
De Flying Pope 8 (Vliegende Paus) is een ander verhaal. Deze figuur dook voor het eerst op in haiku’s in Ginyu, het tijdschrift dat Ban´ya Natsuishi zelf redigeert en uitgeeft. Alle gedichten over Zijne Gevleugelde Heiligheid werden bijeen gebracht in een aparte bundel met een inleiding van Adam Donaldson Powell, die ik straal negeer, omdat het zo’n prima inleiding is. Powell stuurt namelijk de gedachten van de lezer en schept een interpretatiekader dat de eigen ideeën van de lezer dreigt te overschaduwen of zelfs te doen verdwijnen!
Hoe kijk ik dan zelf aan tegen die Vliegende Paus ? Volgens mij heeft dat concept een samengestelde basis in fictie en in werkelijkheid.
De fictionele component maakt van de Vliegende Paus een stripfiguur, een soort kerkelijke Superman – kortweg : Superpaus. En zo’n denkbeeldige figuur kun je natuurlijk neerzetten in allerlei verzonnen, fantastische, absurde en surrealistische situaties, zoals inderdaad gebeurt in de taferelen die de auteur ons in deze bundel voorschotelt. De surrealistische geest die in menig haiku in A future waterfall valt te onderkennen is ook hier weer herkenbaar, maar nu worden alle beelden met elkaar verbonden door die Allesverenigende Macht (en wordt niet elke paus geacht dat te zijn?), de Vliegende Paus?
Maar dat is niet alles, want zoals gezegd zie ik ook een verband met de werkelijkheid. Herinnert de titel Vliegende Paus immers niet sterk aan paus Johannes Paulus II (Karol Józef Wojtyła, 1920 -2005), die talloze vluchten per vliegtuig maakte naar zo ongeveer elk land in de wereld (en nooit via een uitstapslurf uitstapte, maar altijd de vliegtuigtrap nam om beneden gekomen op zijn knieën te gaan en het beton te kussen)? Een Vliegende Paus in levende lijve!
Ik zie in de Vliegende Paus een samensmelting van Superpaus en Johannes Paulus II. En als zodanig kan hij dan de meest uiteenlopende rollen spelen. Zo kan hij als politieke factor optreden (en wordt niet elke paus geacht dat te doen?):
The Flying Pope De Vliegende Paus
casts his shadow werpt zijn schaduw
on the White House op het Witte Huis
Maar hij verandert net zo makkelijk in een sprookjesfiguur (en wordt niet elke paus geacht dat eveneens te zijn?) :
Flying Pope Vliegende Paus
visible only to children slechts zichtbaar voor kinderen
and a giraffe en een giraf
Hij kan zelfs een leraar worden voor een bijzondere soort van literaire kunst:
While flying Al vliegend
the Pope reads aloud leest de Paus hardop
haiku without season words haiku’s zonder kigo
Wie had ooit gedacht dat je ook dát van een paus zou mogen verwachten?
Het concept van de Vliegende Paus verwijst vanzelfsprekend ook nog naar wat waarschijnlijk een soort universele droom is: het vermogen om te vliegen. In mijn eigen dromen kan ik puur op wilskracht vliegen, met mijn armen gestrekt zwevend hoog over heuvels en dalen en gebouwen en wat niet al. Vrijwel iedereen schijnt iets dergelijks wel eens te dromen.
Zou het niet zo zijn dat vele van Ban’ya Natsuishi’s andere haiku’s óók een droomdimensie hebben ? Maar natuurlijk! Dat is nou net die kwaliteit die een snaar in ons doet trillen, zelfs als de haiku op verstandelijk niveau raadselachtig blijft. Eén van Natsuishi’s andere in het Engels uitgegeven boeken, Endless Helix 9 (Oneindige Schroef), bestaat trouwens uit twee delen, waarvan er één nadrukkelijk over dromen gaat en zelfs Dreams (Dromen) heet. Het andere deel, Concentric Circles (Concentrische Cirkels), is gewijd aan haiku’s die vergelijkbaar zijn met die in A Future Waterfall.
Aha: die Grote Vis van het Zuiden heeft ons misschien wel voortdurend zijn dromen in zitten te lokken!
Hoe verhoudt zich nu het droomkarakter van Ban’ya Natsuishi’s haiku’s tot de veel gehoorde opvatting dat een haiku moet gaan over de werkelijkheid, de natuur, echt beleefde ogenblikken? Hierover wordt nog geregeld gedebatteerd onder westerse haikuliefhebbers. Zelf concludeerde ik al tientallen jaren geleden dat het enige haikumoment dat ertoe doet de haiku zelf is. Hoe de dichter tot die haiku kwam kan dan nog wel interessant zijn, maar is van geen enkele belang voor de waardering van de haiku. En trouwens : zijn fantasieën en dromen niet net zo werkelijk als een kiezel die over het meeroppervlak ketst? Zoals ik ooit schreef : ontwaken – / van de ene werkelijkheid / in de andere.
En dat zou wel eens precies kunnen zijn wat Ban’ya Natsuishi in veel van zijn haiku’s doet: ons vanuit de ene werkelijkheid wekken in een andere. Of, om hetzelfde nog eens in andere woorden te zeggen: ons vanuit de ene droom wekken in een andere. Suggereert hij dat trouwens niet zelf in Endless Helix ?
What is this world? Wat is deze wereld?
A thin film between Een dun waas tussen
this world and the next? deze wereld en de andere?
Want is dat niet wat dromen zijn : parallelle werelden naast die waarin wij (denken te) leven ? Wat we voor de werkelijkheid aanzien is niet meer dan een waas tussen wat we aanzien voor de werkelijkheid en een andere werkelijkheid. En Superpaus vliegt vrijelijk heen en weer tussen die parallelle werelden – net als wijzelf, in onze dromen. Hier nog een haiku die misschien een sleutel is op Ban’ya Natsui- shi’s beeldspraak en visie :
A cloud beyond any shape – Een wolk voorbij elke vorm
we have lost we hebben ons geheugen
our memory verloren
Jeminee, ik word hier weer heel onzeker van. Misschien moet ik alles wat ik tot nu toe beweerd heb toch maar heroverwegen…
Maar zoals de dokter zorgelijk zei bij het lichamelijk onderzoek : ‘Dank u, meneer, dat was het wel. Komt u maar achter dat scherm vandaan.’
Oorspronkelijke titel: A pebble skimming the surface of a lake. Opgenomen in de bundel The Poetic achievement of Ban’ya Natsuishi, Cyberwit.net, Allahabad (India) 2009. Vertaald door de auteur.
1. Ban’ya Natsuishi is de schrijversnaam van Masayuki Inui, geboren in 1955 in Japan. Studeerde in 1981 af aan de universiteit van Tokyo University in de vergelijkende literatuur en cultuur. In 1992 benoemd als hoogleraar aan de universiteit van Meiji. Schreef al jong haiku en nam deel aan haikubijeenkomsten in tal van landen. Begon in 1998 het tijdschrift Ginyu. In 2000 medeoprichter van de World Haiku Association. Was ook actief in de Gendai Haiku Kyokai (Moderne Haiku Gemeenschap) in Japan.
2. Alle geciteerde gedichten heb ik zo letterlijk mogelijk uit het Engels vertaald. Het zijn dus vertalingen van vertalingen, wat natuurlijk een ernstige beperking inhoudt. Dat is des te bezwaarlijker als je de tekst bovendien niet echt kan duiden.
‘Threnodies’ kan overigens ook vertaald worden als ‘lijkzangen’.
3. Simpel gezegd: de horizontale as is wat de haiku actueel beschrijft. Met de verticale as wordt een historische, culturele en/of literaire verwijzing of associatie bedoeld.
4. Chunnel: samentrekking van ‘Channel’ (het Kanaal) en ‘tunnel’.
5. 9 oktober 1997, zie Vuursteen XVII-2, zomer 1997
6. W.J. van der Molen: Waarover spraken zij? Kortheidshalve VII-2, februari 1998.
7. Ban’ya Natsuishi: A Future Waterfall. Red Moon Press, Winchester VA (USA), 1999.
8. Ban’ya Natsuishi: Flying Pope. Cyberwit.net, Allahabad (India) 2008.
9. Ban’ya Natsuishi: Endless Helix. Cyberwit.net, Allahabad (India) 2009.