Max Verhart
Onlangs hoorde ik een haikudichter weer eens verzuchten: ‘Inzenden aan Vuursteen doe ik niet meer. Daar kom ik toch niet in.’ Nu wordt de selectie van ingezonden werk primair bepaald wordt door de gecombineerde beoordelingen van een redactielid, een haikukern en een adviseur. De keuzes van die drie blijken nooit, echt nooit of hooguit zeer ten dele samen te vallen.
Dat zie je ook elders. Bart Mesotten liet ooit vijftien haikukenners elk de beste tien haiku’s uit zijn werk kiezen. Wat bleek? Er waren heel weinig overlappingen: één haiku kreeg vijf stemmen, negen haiku’s kregen er twee en maar liefst 127 haiku’s werden slechts door één deelnemer ingebracht!.
Bij de samenstelling van bloemlezingen door een meerkoppige redactie zie je dat ook. Neem Vonkenregen – het beste uit 25 jaar Vuursteen: maar één gedicht was door elk van de drie samenstellers voorgedragen, een wat groter aantal haalde het met twee voordrachten, terwijl uit de haiku’s met slechts één voordracht in nader overleg een keuze werd gemaakt. Een andere redactie zou ongetwijfeld een goeddeels andere keuze gemaakt hebben!
Experiment
Men kan een selectieproces dus wel objectiveren, maar het blijft in essentie subjectief . Om dat nu eens op een andere manier te onderzoeken stel ik een experiment voor, waarbij de inbreng van honderd haikudichters gewenst is. Dat geeft statistisch enige significantie, terwijl het toch hanteerbaar blijft. Het experiment lijkt op een kukai, alleen gaat het niet om het kiezen van een winnend gedicht, maar om het zichtbaar maken van hoezeer voorkeuren uiteenlopen.
Dat is tenminste de werkhypothese…
Het idee is als volgt: honderd haikudichters stellen elk één eigen gedicht beschikbaar. Die gedichten gaan anoniem naar alle deelnemers. Ieder kiest daaruit de 10 gedichten die hij/zij het beste vindt. De resultaten worden verzameld, waarna wordt gekeken hoe de voorkeuren van de 100 dichters verdeeld zijn. De bevindingen worden vervolgens in Vuursteen gepubliceerd. De 100 gedichten worden dan in een bijlage toegevoegd.