De Waterjuffer

Willy Cuvelier

In de haikupoëzie worden ‘oude Japanse meesters’ meestal geassocieerd met Basho, Buson, Issa of Shiki. Toch zijn er tientallen anderen die pareltjes van haiku’s schreven. Bij het wandelen zag ik onlangs een libel vliegen en dacht toen aan de haiku van Shimosato Chisoku:

De waterjuffer –
haar gezicht is niet meer                           Uit het Engels vertaald (bron: Haiku,
dan grote ogen.                                          vol IV van R.H.Blyth) door de auteur

De dichter leefde van 1640 tot 1704 in Narumi. Hij was een leerling van Basho die hem in 1688 bezocht. Veel poëzie is er niet van hem gekend maar de voormelde haiku overleefde tijd en ruimte zodat hij nu nog, waar ook ter wereld, haikudichters kan ontroeren.

De waterjuffer is een kleurrijk insect dat zich voor het eerst vertoont in de zomer maar het meest voorkomt in de herfst. In Japan is waterjuffer een seizoenwoord voor de herfst. De kracht die van het diertje uitgaat, komt niet alleen van zijn sierlijke vlucht maar ook van zijn grote ogen. In rust houdt ze haar vleugels samen over het ganse lichaam. Zo onderscheidt ze zich van de libel die haar vleugels in rusttoestand zijdelings spreidt.

Deze haiku is in al zijn eenvoud niet alleen origineel maar ook sprookjesachtig. De dichter beschrijft het meest opvallende kenmerk van het insect. Maar hoeveel meer is een waterjuffer niet dan alleen maar ogen? De kleur, de sierlijkheid van het insect, zijn opvallende vlucht en zo veel meer, wordt overgelaten aan de verbeelding van de lezer. De wereld is in de driehonderd jaar nadat die haiku gedicht werd niet veel veranderd, want in onze moderne maatschappij
trekken de ‘blikvangers’ nog steeds de meeste aandacht.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *