Jeanine Hoedemakers
Grafsteen, beweeg U!
hoor, mijn klacht komt aanhuilen,
als de herfstwinden!
Basho; Uit : Haiku Een jonge maan
Oh ja, die machteloosheid. Ik denk me volledig in de dichter te kunnen verplaatsen en zie door en over grenzen heen, van mens tot mens, de gelijkenis, een verbindende kracht. Iets zo te verwoorden dat een lezer eeuwen later kan denken, ja, zo voel ik het soms. Als ik bij het graf van mijn ouders sta, verdrietig ben, boos of machteloos dan wil ik dat die steen beweegt, omdat ik een antwoord wil, een reactie.
Ergens moet er toch een plek zijn die het dagelijkse argumenteren en geruststellen overstijgt, een plek waar een dierbare ligt of de dierbare van iemand anders. Een plek die zich er uitstekend voor leent om het er uit te schreeuwen van ellende. Niet met de stem maar met het vergelijk van die hevige herfstwinden. Die wind die soms het hart en de geest zo volledig op de kop zet. De grafsteen zal niet bewegen, dat maakt het hopeloos en troostend ineen. Troostend omdat de dichter wel weet dat de grafsteen niet zal bewegen maar desondanks een klankbord is. Een klankbord waaraan geen mens soms kan voldoen. Een prachtige haiku waarin de dichter zijn eigen klankbord creëert.