Karel Hellemans
W. Cuvelier, H. De Splenter, F. Terryn, G. Vanden Broeck (red),
Woorden als penseelstreken
Deze erg fraai uitgegeven gedachtenisbundel bevat haiku’s, senryu’s en tanka’s van Heidi Van Schuylenbergh die in 2007 op 62-jarige leeftijd overleed.
Zij stichtte en leidde de Westvlaamse haikukern De fluweelboom gedurende de beginjaren, maar ook daarna bleef ze de bezielde en bezielende moeder, zoals Frans Terryn haar typeerde in zijn In memoriam dat na zijn Ten geleide voorafgaat aan de eigenlijke selectie verzen.
In beide fijngevoelige inleidende teksten worden reeds een aantal van de mooiste verzen van Heidi geciteerd, waaronder de haiku waaraan de titel van de bundel ontleend werd:
Vervagend in de mist –
woorden als penseelstreken
worden schemerwit
Mij spreken ook de lichtsatirische verzen, op de balans tussen haiku en senryu erg aan:
Uit het herenhuis
sluipt een pikzwarte kater
naar de vuilnisbak.
Of het erg suggestieve beeld:
De hond gestorven –
zijn regenjas en leiband
samen aan de haak.
Met Simon Buschman behoorde Heidi Van Schuylenbergh tot de weinige Nederlandstalige dichters die overtuigende tanka’s konden schrijven:
De winden joegen
en dreven me steeds verder
naar het volmaakte,
maar wanneer je bij me bent,
prijs ik mijn onvolmaaktheid.
Een eenvoudig natuurbeeld gaat vanzelfsprekend over in een nogal abstracte bedenking, een conclusie die rationeel en emotioneel geloofwaardig is. Dat is knappe poëzie.