Bericht uit het zuiden

De haiku-kern Eindhoven en omgeving

Alleen als het rijpt
zie je de fijne twijgen
van berkebomen


(J. van Tooren)

Tien mensen, elkaar volslagen vreemd (hun namen geplukt uit het adressenbestand van Vuursteen), kwamen in maart 1984 bij elkaar. Hun interesse in haiku hadden ze gemeen, en dat bleek voldoende binding. Nu, halfweg 1985, komt de groep in nog praktisch dezelfde samenstelling eens per maand in wisselende huiskamers bij elkaar. Allen hebben we behoefte aan een klankbord, aan de mogelijkheid over onze eigen pogingen tot schrijven van haiku te praten met gelijkgestemden.

Van meet af aan is er een gevoel van verbondenheid, van betrokkenheid bij elkaar geweest; daarom wordt er ook buiten de bijeenkomsten om nogal wat gecorrespondeerd en getelefoneerd, mede uit de behoefte nog eens terug te komen op wat er tijdens de bijeenkomst gezegd is.

Om de zee te zien
stonden we te huiveren
boven op een duin


(Helena)
Een berkeblaadje
op het natte spinneweb
drogend in wat wind


(Paula)

Het praten over eigen werk staat tijdens onze bijeenkomsten voorop. Zeer inspirerend daarbij is dat ons medelid mevrouw van Tooren regelmatig de avonden bijwoont.

Om met aandacht over onze haiku, senryu en tanka te praten levert ieder die dat wil aan het einde van de avond er één in en leest die ook zelf voor, zonder dat er op dat moment al commentaar komt. Enkele dagen later worden de verzamelde gedichten toegezonden, verwerkt in een verslag waarin heel kort het besprokene van de avond wordt gememoreerd. Het blijkt een houvast te zijn om nog eens te kunnen nalezen hoe de gedichten zijn ontvangen. Bij de volgende bijeenkomst heeft ieder dan het nieuwe werk voor zich.

Voorop staat dat het haikumoment van de dichter wordt gerespecteerd, ook als het niet door iedereen wordt herkend. Pratend over wat haiku (niet) is, zoekend naar de poëzie bij het verwoorden ervan, merken we dat ons inzicht verdiept is, en de bekwaamheid geroeid.

Het primulaplantje
jaagt zijn witte bloemen omhoog
tussen dode bladeren


(Ans)
De boer heit een paal
van ginder komt het geluid
seconden later


(Cas)

Soms herkennen we wel het haikumoment maar vinden de ter tafel liggende verwoording ervan niet geslaagd. Een enkele keer nemen we zo’n haiku dam mee als “huiswerk”. De verschillende versies worden een volgende keer naast elkaar gelegd, wat soms een heel verrassend effect heeft.
Een voorbeeld: het ingebrachte

januaristorm
jaagt dat dor gebladetrte
vast in het gaashek


(Adri)

maakte heel wat los, ook gevoelsmatig. Er werden door verschillende mensen nieuwe indeeën aangedragen. Aldus ontstond een (voorlopig) nieuwe versie:

januaristorm
jaagt de dorre bladeren
hoog tegen het hek.

Het gebeurt ook dat iemand in een haikumoment van een medelid plotseling een verband ziet met een eigen ervaring, en de volgende keer met een eigen gedicht komt dat dan aanleiding is tot diepgaande gesprekken over aanverwante gebieden als levensfilosofieën, poëzie, muziek. Dat gebeurde bij:

Een plotse herfst-storm
rukt aan de boombladeren
zo pril in het groen


(Tonny)

Niet altijd speelt eigen werk de hoofdrol. er worden zaken aangedragen die ons treffen en die een relatie met haiku hebben, zoals een krantenartikel over No, artikelen uit Vuursteen, de bandopname van een radioprogramma waarin haiku worden voorgedragen, een persoonlijke beschouwing van één onzer. Daarvoor wordt zeker plaats ingeruimd op de bijeenkomsten, en daaruit putten we ook inspiratie en de moed om door te gaan.

Insektengezoem
het hooglied van de zomer
ik luister en droom


(Nadia)
De streelzachte kat
sluipend tussen gras en hondsdraf
deelt zijn klappen uit


(MarieAnne)

En dan komen we weer met beide benen op de grond:

Noest lopen mieren;
hurkend kijk ik met ontzag
tussen de tegels


(Paule)

Als afsluiting van de avond luisteren we naar muziek – soms gespeeld door de pianist onder ons, vaker een door hem verzorgde bandopname – waarbij de opgeroepen emoties wat wegebben, waarbij nagemijmerd kan worden, waarbij we, kortom, tot rust komen.

Licht en stil worden
als een zonbeschenen wolk
en zo maar zweven


(Wim)

Dit jaar heeft ons doen inzien dat bezig zijn met haiku een mogelijkheid is om het leven van alledag een grotere intensiteit te geven, dat het pogen de harmonie tussen mens en natuur te laten doorklinken ons helpt bij het vormgeven van een stukje harmonie in ons eigen leven, en dat het een opening kan geven naar het vormen van nieuwe vriendschappen.

Namens de haikukern Eindhoven e.o.
Adri van den Berg