Max Verhart
Wat ertussenin
ligt of er vlak tegenaan
of eronder blijft –
onoverdraagbaar is het
en nauwelijks bewijsbaar. W.J. van der Molen
Een tanka van W.J. van der Molen (1923-2002) die we, na zijn veel vroegere periode als vrij dichter, eigenlijk alleen kennen als haikudichter – dat is een verrassing. Maar we herkennen er moeiteloos de Van der Molen in die zo omzichtig poogt iets tot uitdrukking te brengen, dat het iets raadselachtigs krijgt. Want waar gaat dit gedicht eigenlijk over?
Het gaat over ‘iets’ wat ‘er tussenin ligt of er vlak tegenaan of eronder’. Wat kan dat zijn? En waar ligt het tussenin of vlak tegenaan of onder? Ah, wacht even: woorden natuurlijk! Het gedicht gaat over wat er tussen of vlak tegen of net onder de woorden ligt. Het gaat over poëzie! Datgene wat, zoals een omschrijving luidt, in vertaling verloren gaat! ‘Onoverdraagbaar [… ] en nauwelijks bewijsbaar’, noemt de dichter het. En is poëzie inderdaad niet iets dat wél gekend kan worden, maar niet exact te definiëren is? Dat had niet treffender uitgedrukt kunnen worden!
Misschien zijn er ook andere lezingen mogelijk, want elk gedicht vindt zijn voltooiing pas in de lezer en kan daarom per lezer verschillen. Maar dit is zoals het gedicht in mij zijn voltooiing vindt. En wat het voor mij prachtig maakt.
Het is afkomstig uit de tankabundel ‘Wit wordt wat voorbijgaat’ die Van der Molen wel heeft samengesteld, maar die niet is uitgegeven. Jammer, want als tankadichter doet hij niet onder voor de haikudichter die we kennen!