Paul Mercken
onverstoorbaar kijkt
de hertenkop de zaal in –
geur van reegebraad
Bij mijn aankomst op kasteel Steytelinck te Wilrijk bij Antwerpen blijkt al ras dat mijn inschrijving met een drietal haiku verloren is geraakt.
Op het einde van de zoals altijd heerlijke lunch gaan in de feestzaal de lijsten met de deelnemers aan de workshops rond en ik realiseer me dat ik zonder ingezonden haiku zit.
Opkijkend zie ik een mij onbewogen aanstarende hertenkop aan de muur hangen en ik bedenk ter plekke de eerste twee regels. Dan zit ik vast. Snel mijn tafelgenoten uitdagen de terzine af te maken.
Els Kooyman brengt meteen het geschikte onderwerp te berde: ‘een reeboutgerecht’, al komt dat wat cru over. Het is Frank Brutsaert die de juiste toon weet te treffen: gedachtestreep gevolgd door ‘geur van reegebraad’.
In de workshop wordt gespeculeerd over die hertenkop, maar de meesten denken toch aan een ouderwetse herberg in het jachtseizoen en men is er vrij nieuwsgierig naar waar dit tafereel zich heeft afgespeeld. Niemand heeft de hertenkop in de feestzaal opgemerkt.