Haikubouwstenen 1. Het verrassingsmoment

door Klaus-Dieter Wirth

Dit is het eerste deel van een serie artikelen over de belangrijke vormelementen van haiku. Er is bewust voor gekozen om voorbeelden uit verschillende taalgebieden te gebruiken, waarmee wordt voorkomen dat er een soort navelstaren plaatsvindt. Haiku heeft wereldwijd opmars gemaakt en het is goed om kennis te nemen van wat er elders gebeurt.

De haiku’s zullen altijd eerst in de oorspronkelijke taal en schrijfwijze worden gepresenteerd. Waar het niet-Nederlandstalige haiku’s betreft wordt er een vertaling toegevoegd. Het vergelijken van beide versies kan voor kenners van de oorspronkelijke taal een extra genoegen vormen.

Omdat de ontstaansdata van de oorspronkelijke haiku’s bij mij niet bekend zijn, is het niet uit te sluiten dat enkele ervan door de betreffende auteur inmiddels alweer in een andere vorm gegoten zijn.

Een wezenskenmerk van haiku is wel het ontdekken van het ongewone in het alledaagse, vastgelegd in een momentopname die het onverwachte onverhoeds, en daarmee dus te effectiever, presenteert. Zo wordt de verwondering van de auteur rechtstreeks doorgegeven aan de lezer/toehoorder, alsof het om iets zelf-beleefds gaat. Dat komt het naklinken/resoneren ervan (join) in het Japans) ten goede, hetgeen ook een kenmerk van haiku is. Begrijpelijkerwijze komt het verrassingsmoment vrijwel uitsluitend pas aan het slot, in de derde regel of zelfs pas in het laatste woord, tot stand.

Haiku als poëziegenre moet méér zijn dan een snapshot, een rechtstreekse schets van de natuur of een prozanotitie. Hoewel een zo getrouw mogelijke weergave van het gebeurde, c.q. het waargenomene moet worden nagestreefd, is het filteren ervan door het hart of het gemoed (kokoro) in navolging van de Japanse traditie onontbeerlijk. In dit verband wil ik u herinneren aan de tweede belangrijke functie van het snijwoord, naast de eerste, die simpelweg het bewerkstelligen van een cesuur inhoudt, namelijk: het uitdrukken van de inwerking van een buitengewone waarneming op het gemoed van de auteur. Het komt dus niet enkel aan op de mededeling an sich, maar op de kunstmatige verwerking ervan. Ritme, klank, compositie, en met zorg gekozen retorische technieken maken een haiku pas echt tot een kunstwerk, tot poëzie met een eigen bestaansrecht. Het komt aan op het schilderen van de werkelijkheid, in plaats van enkel het kopiëren ervan.

Een succesvolle hajin beschikt dus niet alleen over een waakzame, fijnzinnige opmerkzaamheid, maar evenzeer over een subtiel taalvermogen.

Bij het begrip snijwoord (kireji) moet worden aangetekend dat in onze taal voor hetzelfde effect naast sommige tussenwerpsels als ach of oh geen woorden, maar veelal leestekens (zoals een gedachtestreep, een puntkomma, een dubbele punt etc.) worden gebruikt. Vaak volstaat ook de grammaticale opbouw van het vers en de verdeling van de inhoud over de regels om dat te bewerkstelligen. De cesuur markeert de overgang naar een nieuw beeld dat tegenover de eerdere gedane waarneming wordt geplaatst (juxtapositie), waarmee tegelijkertijd een bepaalde gemoedstoestand (zoals bijvoorbeeld bewondering, verbazing, vreugde, eenzaamheid of droefenis) kan worden opgeroepen of weergegeven.

noche corta
no para mi
y el mosquito


Israel Lópes Balan (MEX)
korte nacht
niet voor mij
en de mug

autumn wind
trying to keep myself
under my hat


John Stevenson (USA)
herfstwind
proberen mezelf
onder mijn hoed te houden

I look three ways
before crossing the street –
honking geese


Mark White (USA)
ik kijk naar drie kanten
voor ik de straat oversteek –
taterende ganzen

fetching firewood
I open the door
to moonlight


Janice Bostok (AUS)
hout voor het vuur halend
open ik de deur
voor het maanlicht

a strand of hair
unfolds
with the letter


Annie Bachini (GB)
een haarstreng
ontvouwt zich
met de brief

the vendor of bed linen
in the market place
stifles a yawn

Andrew Detheridge (GB)
de beddengoedverkoper
op de markt
onderdrukt een geeuw

sur l’autoroute
un champ de maïs défile
à toute vitesse

Hélène Leclerc (CDN)
op de autobaan
komt een maïsveld voorbij
met grote snelheid

soleil de printemps
elle tourne vers la lumière
son regard aveugle

Monika Thoma-Petit (CDN)
lentezon
ze wendt zich naar het licht
met haar blinde blik

fou?
ce paysan qui sème
des goélands

Catherine Lafortune (F)
gek?
deze boer die
meeuwen zaait

grippe aviaire –
les poulets confinés morts
d’ennui

Alain Legoin (F)
vogelgriep –
de opgesloten kippen dood
van verveling

photo de classe
l’enfant malade
absent pour toujours

Franck Vasseur (F)
foto van de klas
het zieke kind
afwezig voor altijd

Het betonnen paaltje
in de parkeergarage;
ik hoorde het staan.


Ferre Denis (B)
De tweede tuinstoel
laat ze staan, ofschoon haar man
al een maand dood is

Bart Mesotten (B)
Trots geeft de kleuter
zijn handje aan oma
getekend op papier.

Lieve Mignon (B)
Tussen bladzijden
over oorlog en geweld
een geplette mug

Adri van den berg (NL)
De oude visser –
vol aandacht boet hij een net
dat hij nimmer gebruikt.

Leidy de Boer (NL)
Twee wilde eenden
steken de rivier over
lopend op de brug

Gien de Smit (NL)
Schach!
Die Dame sorgfältig
den Lippenstift nach


Hans-Jürgen Göhrung (D)
Schaak!
De dame werkt zorgvuldig
haar lippenstift bij.

Wintermorgen
der alte Geigenbauer stimmt
das Schweigen

Gabriele Reinhard (D)
wintermorgen
de oude vioolbouwer stemt
het zwijgen

Aud dem alten Foto
Glanz in den Augen
der Verstorbenen.


Tobias Krissel (D)
Op de oude foto
glans in de ogen
van de gestorvenen.

Vernissage
Van Gogs Sonne versinkt
in ihrem Dekolleté

Cladia Brefeld (D)
vernissage
Van Goghs zon zinkt
in haar decolleté

Schnee malen…
Der Meister signiert sein
leeres Blatt

Wolfgang Beutke (D)
sneeuw schilderen…
De meester signeert zijn
lege blad

Im Flur
das Flattern
des Fluchtwegs

Ralf Bröker (D)
in de gang
het geflikker
van de nooduitgang

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *