Hans Reddingius – tanka

Na de storm van gisteren
nog afgewaaide takken,
ons pad versperrend.
In waterplassen op straat
spiegelbeelden van de maan.

Ik loop hand in hand
met mijn lief in de ochtend:
twee oude mensen.
De sneeuw die gisteren viel
is alweer aan het smelten.

Voor zijn ondergang
schettert de zon in het rood
tegen de wolken.
Uit de bomen om het huis
waaien nog regendruppels.

’s Avonds in de tuin
zitten trollen te roken
rond een knallend vuur.
Vanuit de hemelkoepel
stroomt zilver op de aarde.

Door de smalle poort
de wijde binnenplaats op
in de middagzon.
Achtergelaten honden
piepen en janken angstig.

Deze zwoele nacht
stroomden antwoorden binnen
op vele vragen.
Nu de dageraad aanbreekt
zingen vogels ze weer weg.

Trage namiddag.
Vlinders dansen in de zon,
wij lezen boeken.
In de struiken om ons heen
piept — steeds maar — dat vogeltje.

Gisteren voorbij
en morgen nog niet zichtbaar —
waar gaat alles heen ?
Wolken haasten zich oostwaarts,
bomen dansen in de wind.

Winteravond
we lezen elk in ons boek
de klok tikt.
Nu uren geleden
heb ik je nog omhelsd.

In de zomertuin
elkander bloot omhelzen
en wat daarop volgt …
Tussen het welig onkruid
de kater van de buren.

De lucht
die wij inademen
is ijskoud.
In flets zonlicht
glanzen dode takken.

Een zwoele avond
nevels over het weiland
en vage paarden.
Wat zei zij over wat hij
gezegd had in haar droom?

Zoals de wolken,
verschillend van kleur en vorm,
vrolijk of dreigend,
zo kwamen en gingen zij,
de jaren van mijn leven.

Hans Reddingius
hansreds@kpnplanet.nl

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *