In haar zijden jurk
plukt ze handenvol noten
uit haar contrabas.
Maria De Bie-Meeus
Met de avondwind
wiegen de oude kruinen
hun nieuwe nesten.
Maria De Bie-Meeus
Papieren bootjes
op haar ziekenhuisbed –
natte zoenen.
Régine Dendooven
Uitstervend gedruis
van een denderende trein
neemt me mee op reis.
Twan Meiresonne
Eeuwig ongeplukt –
de bloemen in het weiland
van dit schilderij.
Annick van Braak
een grijze heer
aait de zijden koelte
van zijn das
Julienne Haegeman
Naar de einder toe,
oneindig veel bloemen –
en dan de hemel.
Leon Scevenels
de hele nacht lang
blijft het bankgebouw verlicht
met veel spaarlampen
Richard Delvaux
uiterst voorzichtig
legt ze haar oortje tegen
mamma’s bolle buik
Pom Hoogstadt
laat mij nog even
mijn gitaar bespelen tot
aan het slotakkoord
Fred Flohr
de mannetjesmus
vlucht weg voor twee vrouwtjes
met mijn broodkruimel
Arnold Vermeeren
najaarsmist
de vrouw in de rolstoel
voert nu kraaien
Arnold Vermeeren
Na het middagdutje
zie ik in kastanjelaars
de bolsters gapen.
Nadine Clopterop
moeders piano –
nog maar een lichte rechthoek
op het behang
Cees Kranenburg
nauwelijks gerucht –
de geur van kamperfoelie
maakt de nacht diep.
Lia Barbiers
Ook ik stel op school
de ernst van de sportleraar
hardnekkig in vraag:
hij liep voor zijn conditie
heel de morgen achter d’haag.
Julien Tahon