J.C. van Schagen
De regen en wij –
we zeggen elkaar alles
we spreken geen woord.
Nu hij wijder ziet
worden zijn kleuren zachter
zijn lijnen ijler.
Licht op je papier –
eigenlijk al wel genoeg
waarom nog schrijven?
De dingen staan stil –
roerloos attent op die dag
die ik niet zien zal.
Vandaag ben ik mens
morgen aarde en water
gras langs de wegen.