Schaduwrijk

Ria Giskes-Pieters

Boven mij een dicht bladerdak; onder mijn voet een zandpad.
Het is een warme, windstille dag, maar hier heerst de koele, groene schemer van een schaduwrijk.
Om mij heen stammen, niets dan stammen, brede en slanke, knoestig, kaarsrecht, kronkelend uit de grond, bemost of met zwammen begroeid. Lage varens daartussen, geen bloemen.

Ik kijk uit naar een open plek, een zandverstuiving, een stukje hei, een beek of ven. In plaats daarvan zie ik tussen de bomen een paar reeën (eerst roerloos, dan wegschietend), wilde zwijnen (op een sukkeldraf ) en konijntjes (hun witte staartjes). Geen mensen, noch hun geluiden.
Vogelzang, lieflijk of schel. Heel soms een kleurige flits tussen het gebladerte.

Na een paar uur beginnen mijn voeten te branden, ik loop steeds langzamer en het lijkt of de bomen almaar dichter om me heen gaan staan.
Op mijn wandelkaart kijk ik niet meer, want die correspondeert niet met de route, die ik, bijna strompelend, volg. Ik zie trouwens geen enkele wegwijzer meer. Elke voetstap doet pijn, maar nu kom ik pas echt onder de betovering van dit oerbos. Van de zware geur en van de immense stilte – zelfs vogels hoor ik hier niet. Het pad draait en slingert en heeft geen einde.
Houden de bomen me tegen of wil ik zélf eigenlijk nog niet terug naar het felle licht, de herrie en drukte van de stad? Misschien ben ik daarom wel op weg gegaan met een foute kaart en de verkeerde schoenen…

geplooide boomstam
over bergen en dalen
een slakkenspoor

Uit: Vuursteen zomer 2009

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *