Vonkenregen – het beste uit 25 jaar Vuursteen
Samenstelling : Ferre Denis, Jeanine Hoedemakers, Max Verhart
Jaar : maart 2008
Uitgave : ‘t Schrijverke
ISBN : 978 90 809482 5 9
Aantal pagina’s : 48
Deze titel is beschikbaar in het Poëziecentrum te Nijmegen.
Tekst achterzijde
Sinds 1981 is Vuursteen in ons taalgebied het toonaangevende blad op het gebied van de van oorsprong Japanse dichtvormen haiku, senryu en tanka.
Drie van de huidige redactieleden kozen uit de eerste 25 jaargangen het beste dat er in die genres in onze taal is verschenen. Vonkenregen geeft daardoor een goed beeld van de inmiddels respectabele traditie in Nederland en Vlaanderen met soms een doorkijkje naar Zuid-Afrika.
Recensie uit Vuursteen herfst 2008 door Bernard de Coen
De uitgeverij ’t schrijverke heeft het beste dichtwerk op het gebied van haiku en tanka dat in ons blad de laatste kwarteeuw verschenen is in een fraai boekje gebundeld. En eigenlijk ontslaat dit gegeven op zich mij voldoende om me uit te spreken over de kwaliteit van die 128 gedichten. Inderdaad, als je bedenkt met welke schroom en angstvalligheid de abonnees zélf al hun werk bloemlezen vooraleer het in te zenden, de poëzie vervolgens de kwartaalschifting van het
selectiecomité doorstaat en nu deze ultieme vuurproef, dan hoeft het geen betoog dat we hier met de crème de la crème van de productie te maken hebben. En dus een must. Ik ga overigens niet in het euvel vallen er op mijn beurt enkele gedichten voor dit nummer van Vuursteen uit te citeren …!
Ik vind dat deze verzamelbundel in zoveel mogelijk talen zou moeten worden vertaald als kennismaking, als puik visitekaartje van de Lage Landen en Zuid-Afrika ten behoeve van buitenlandse haikuverenigingen.
Het zoeken naar een rode draad in de kruim van schoolvoorbeelden van Nederlandstalige haiku en tanka (het is trouwens bijzonder knap om zoveel gedichten op een leesbare manier in een milieuvriendelijke editie te presenteren) zou een groot waagstuk kunnen zijn. En toch is het wat we in dit korte bestek willen doen. Wat verbindt de 68 auteurs doorheen deze klassiekers over vijf lustra en drie landen gespreid, als er hen al iets daadwerkelijk verbindt? Ligt het in
de vorm? Zeker niet: meer dan een derde van de haiku wijkt af van de 5/7/5 norm. De onderwerpen, de inhoud, de aard van de zintuiglijke ervaringen? Evenmin. Alles en iedereen passeren de revue, jong en oud, fauna en flora, de natuur in haar breedste waaier.
Maar wat wel meestal in de gedichten opvalt, is de meesterlijke en tegelijk charmante manier (soms tot het tedere toe) waarop de auteurs mooi uitdrukking kunnen geven aan de relativiteit der dingen. Met grote zin voor waardevolle naïviteit, onschuld en vaak ook eigen relativeringsvermogen, – of nog zelfspot. Is het dan bijvoorbeeld verwonderlijk dat er in dit verband zoveel haiku over kleine – en dus per definitie lieftallige – meisjes gaan (we tellen er 9)? Het is verfrissend en moedgevend aldus geconfronteerd te worden met uitstekende schrijvers, die zich nochtans niet al te ernstig nemen. Was de grappige Einstein niet de eerste der postmodernisten?
Tijdens de haikumomenten die de auteurs zo raak verwoorden beseffen zij ten volle, zo lijkt het ons, dat zij slechts vonken in de eeuwigheid zijn, maar zonder daarom melancholisch te worden en anderzijds zonder te vervallen in oppervlakkige schattigheid. Het kleinschalige verwijst altijd naar iets dat veel dieper ligt en dat zij alleen opmerken. Is het niet op zulke momenten ook dat geniale denkers hun inval krijgen? Dat Copernicus de wereld definitief op z’n kop zette? We geloven het althans graag. In een haastig heelal staan zij even, op een esthetisch verantwoorde manier, stil bij de wezenlijkste dingen.
De haiku’s die in Vonkenregen zijn opgenomen zijn zo sterk geformuleerd, geladen met hele taferelen die niet verwoord zijn, dat zij gerust stuk voor stuk het voorwerp kunnen uitmaken van een analyse van een volle bladzijde of een ‘haibun a posteriori’. Voelt iemand zich hiertoe geroepen?
Haiku’s
Nu moeder dood is
draag ik haar erfjuwelen
en haar gebaren
Clara Timmermans
een geboortekaartje −
de buurjongen van vroeger
is vader geworden
Riet de Bakker
Opgenomen haikudichters:
Riet de Bakker (2 haiku’s)
Lia Barbiers (2 haiku’s)
Ad Beenackers (4 haiku’s)
Adri van den Berg (3 haiku’s)
Frank Berkelmans (2 haiku’s)
Paul Berkenman (2 haiku’s)
Maria de Bie-Meeus (2 haiku’s)
Gaby Bleijenbergh (3 haiku’s)
Hermy Blumenthal (1 haiku)
Wiel Claus (1 haiku)
Bernhard de Coen (2 haiku’s)
Willy Cuvelier (2 haiku’s)
Henri Decorte (1 haiku)
Ferre Denis (4 haiku’s)
Olaf Douwes Dekker (1 haiku)
Fred Flohr (2 haiku’s)
Truus de Fonkert (1 haiku)
Yka Frijlink-Stienstra (1 haiku)
Ria Giskes-Pieters (3 haiku’s)
Ida Gorter (2 haiku’s)
Staf de Gruyter (2 haiku’s)
Ludo Haesaerts (3 haiku’s)
Wilhelm Haupt (1 haiku)
Karel Hellemans (2 haiku’s)
Marc Hendrickx (1 haiku)
Jeanine Hoedemakers (4 haiku’s)
Lucien Hostie (1 haiku)
Nanneke Huizinga (1 haiku)
Joke Kantelberg (1 haiku)
Arno Kerkhofs (1 tanka)
Marianne Kiauta (3 haiku’s)
Els Kooyman (2 haiku’s)
Dick Krijnders (1 haiku)
Johanna Kruit (2 haiku’s)
Luk de Laat (1 haiku)
Ben van ‘t Land (1 haiku)
Inge Lievaart (4 haiku’s)
Wim Lofvers (3 haiku’s)
Bart Mesotten (2 haiku’s)
Gerhard Mynhardt (1 haiku)
Marian Poyck (1 haiku)
Hans Reddingius (2 haiku’s)
Pauline Regensburg (2 haiku’s, 1 tanka)
Wanda Reumer (3 haiku’s)
J.C. van Schagen (1 haiku)
Heidi van Schuylenbergh (1 haiku)
Marcel Smets (3 haiku’s)
Hubert De Splenter (3 haiku’s)
Armand Stalmans (1 haiku)
Frans Terryn (1 haiku)
Clara Timmermans (3 haiku’s)
Luc Vanderhaeghen (2 haiku’s)
Hilde G. van der Veen (2 haiku’s)
Jeroen Veenenbos (1 haiku)
Tjits Veenstra (1 haiku)
Geert Verbeke (2 haiku’s)
Walter Vereertbrugghen (1 haiku)
Max Verhart (3 haiku’s)
Herwig Verleyen (3 haiku’s)
Arnold Vermeeren (1 haiku)
Henk de Vlieger (1 haiku)
Lutha de Vries-van Heerde (3 haiku’s)
Jac Vroemen (2 haiku’s)
Paul Vyncke (2 haiku’s)
Willy Vande Walle (1 haiku)
Gré Wansdronk (1 haiku)
Gerrit Wassing (1 haiku)
Piet Zandboer (1 haiku)