Vuursteen zomer 1985 – Keuze uit ingezonden werk

Het is haast windstil,
één blaadje draait driftig rond
aan een herfstdraadje.

(Willem van Lokkeren-Campagne)

Een tikkeltje zon,
gevangen in een pluisje,
zweeft luchtig voorbij.

(Sef Bauwens)

één, één zo’n lichtje
ja zo helemaal alleen
begin van het feest

(Fred Bergwerff)

Wacht zeven nachten
dan branden alle lampen
en de zon ontwaakt.

(Fred Bergwerff)

als achter een baar
zo volg ik jou in stilte
ik weet niet waarheen

(Fred Flohr)

alles is gezegd
te weinig is verzwegen
nu komt de stilte

(Fred Flohr)

de ochtendstilte –
nog weldadiger wordt zij
door deze merel

(Fred Flohr)

De dichte nevel
door het duister van de nacht
wordt hij opgeslokt.

(Siem van den Nieuwendijk)

Van haar eerste loon
kocht zij een lichtblauw jurkje
in de uitverkoop.

(Siem van den Nieuwendijk)

in het spinneweb
hangt een kleurrijke vlinder
die uitgevlogen is

(Cas J. Pepers)

vliesdun is het ijs
een wak verraadt de vissen
bij de rietstengels

(Cas J. Pepers)

hoor de wind huilen
golven reiken hemelhoog
het land wordt kleiner

(Truus Soutendijk)

Bij iedere stap
danst het fototoestel mee
op zijn dikke buik
.
(Truus Soutendijk)

Windvlaag in de rug –
populierenbladeren
rollen me voorbij.

(Surya)

Maartse viooltjes,
geurend voor wie knielen wil
in het lentegras.

(Conny Sykora)

Het groen wordt hoorbaar
in het langzame ruisen
van zomerregen.

(Conny Sykora)

de oude dames
bij de thee – in hun handen
de oude foto’s

(Marcel Smets)

Mijn gele kater…
hij kwam op een holletje
als ik zijn naam riep.

(Helena Wolthers)

Aan vader denkend
zie ik de sigarenrook
langzaam opstijgen.

(Helena Wolthers)

ik neem nu afscheid
al besef jij dat nog niet
verstikt door tranen
verwijdert mijn hart zich al
terwijl jij door blijft praten

(Fred Flohr)

soms weet ik zeker
dit wordt mijn laatste gedicht
ik geef het nu op
letters, woorden, zinnen staan
haaks op wat ik zeggen wil

(Fred Flohr)

Nu de schemer valt
worden in de achtertuin
sparren tot schimmen.
Maar de dingen van vroeger –
hoe duidelijk zie ik ze.

(Pauline Regensburg-Burck)

Zo traag groeit de mais
in deze trieste zomer
vol regen en kou.
Hoe zou zonder jouw warmte
mijn liefde tot bloei komen?

(Truus Soutendijk)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *