Aan het onderzoek naar de spreiding van haikuvoorkeuren namen onderstaande
honderd gedichten en dichters deel.
jouw hand streelt mijn huid stil draait de aarde
zo streel ik de binnenkant bewegingloos het landschap
van jouw lieve hand onzichtbaar de wind
-Rudolf Brenninkmeijer -Frans Kwaad
na de storm Twee wilde eenden
tot op het bot steken het kanaal over
ontbladerd lopend op de brug.
-Ria Giskes-Pieters -Gien de Smit
Nog ligt er een waas Op haar hippe trui
van ochtendnevel op gras zeventien lettergrepen –
als avondmist valt. daar zit iets achter.
-Sjoukje van Zijll Langhout -Willy Leenders
Avondschemering Turkse muts
de lucht krijgt alle kleuren geen moslim hoofdtooi
de zon wordt de maan maar een sierkalebas.
-Heidi Willaert -Mart Lakke
nog een laatste roos Japanse ceders –
aan de verwaaide struik dat God in zijn Schepping leeft,
talloos de bottels kan je hier voelen.
-Hetty Glashorster -Karel Hellemans
kale takken – van zwart-bont vee
de snavel van de kraai nog onscherp de vormen
glanst in de lentezon in ochtendnevel
-Hans Reddingius Agatha Bosman-Goes
binnen de windwal Regendruppels !
van kromgedwongen bomen Als ze mijn wangen raken
de hoeve in slaap even niet alleen.
-Leidy de Boer – Resi Roelofs
de regen klettert – met de beren
in het wegkapelletje brachten we ook
schuilt Maria wat liefde weg
-Marijke Martens -Jeanine Hoedemakers
auto’s razen langs Groene strooiweide,
een kruisje in de wegberm bezocht door krassende kraai,
Nele 16 jaar trippelend in as.
-Luc Lambrecht -Gerard Vancoillie
als koperwieken Zij kussen elkaar.
samen trossen in de hulst Hun brillen raken in strijd
blijft geen bes gespaard als twee geweien.
-Lieve Van Kerkhove -Bart Mesotten
Een meeuw zit versteend De haas in het veld –
op de verlaten bouwplaats hij laat me zijn lepels zien;
de vliegende sneeuw. ik mijn middelvinger.
Adriaan Bouter -Ad Beenackers
Waterspiegeling: In winterkou
het bord van een reddingsboei op de voorjaarsmarkt
wit als een engel. zomerstof kopen.
-Lia Barbiers -Jola de Jager
herfststormen razen na de wintersnoei
hoog in een boomtop daar breekt staat de haag in haar blootje –
een ekster de wind vrij onbehaaglijk
-Mariëlla Schoemans -Mia Janssen
– Een punker… zucht zij. mijn purperen handen
Hij komt wat dichter en steekt na het koude fietstochtje
haar pink in zijn neus. langzaam weer van mij
-Bernard de Coen -Els Kooyman
Er brandt een spaarlamp Ochtendzon –
in de tuin van de buren, donkere velden
de hele dag lang! ademen.
-Richard Delvaux -Marc Hendrickx
twee wilgen het avondrood verbleekt
aan en in het water – bij de gloed van haar gezicht :
een windvlaag een gestolen kus
-Carla Mostert Peter Vree
ze woont op kamers – zusje in de kist
nog lang schalt haar muziek door kinderen stil in een rij
het ouderlijk huis engeltje kijken
-Ineke Kruyt-Quist -Karin Gooren
Met gezwinde spoed Hij tuurt in het meer :
scherend over het water, de hemel ligt zo dichtbij,
waarheen aalscholvers? binnen springbereik.
-Piet Bolwijn -Jef Ector
De avond eindigt een wit zeil verdwijnt
in een vuurdans van wolken in het licht op de golven
dronken van kleuren een verblindend waas
-Lieve Blommeart -Gert Vingeroets
oud vrouwtje Bospaddestoelen…
roerloos in het grote bed – Een geur van lang geleden,
niet meer mijn moeder toen ze nog buiten kwam.
-Frank Yehudi -Stan Van den Wouwer
op de boekenmarkt de oude reiger zweeft –
is zij alleen nog op zoek onder hem verpluizen
naar grote letters de lisdodden
-Marie-José Van Uffelen -Gerda Hooijberg
zomaar zitten Onder de wilgen
bij de oude olijfboom kijken over het water –
zomaar zitten – de kikker en ik.
-Corrie van Tright -Ben van ’t Land
Lang bewaarde brief Het zachte tikken
het papier zacht verkleurd van de witte blindenstok
de woorden ook. onder de bloesems.
-Ina Kuiper -Willy Cuvelier
het dode blad Bonte paringsdans
op een bloeiende heester hoog boven een zomers strand
toont zijn skelet meeuwen en vliegers
-Chris Van de Rijck -Bart Delmartino
Tussen de baasjes achter mijn rug
groeit een pril ochtendgeluk – hobbelt haar stemmetje mee
de hondjes wachten. over de keien
-Ann Colpaert -Marlène Buitelaar
melkwit in de mist Wenen in kerstsfeer
staat op doorbreken de zon kribben te kust en te keur
– epifaniën voor het Jezuskind
-Abel Staring -Ester Berentzen
twee boerenknechten In alle stilte
schaken in de koeienstal kust ze de kleuren wakker,
als de boer niet kijkt de rijzende zon.
-Wim Siebers -Leon Scevenels
al weken wacht ze Regenwaterton.
op hem, in de stoel voor het raam ’s Avonds een emmer vullen.
van haar pc Hij is vol sterren.
-Ettina J. Hansen -Luk de Laat
het zompig moeras buiten het fluiten
hoe innig het afscheid neemt van vogels is er alleen
van mijn lieslaarzen geluid van stilte
-Marianne Kiauta -Chris Bolsens
Snelle schaduwen in het grasveld
van lage halen trage van is een paadje gegroeid
hoge wolken in. van voetstappen
-Bep Grootendorst -Riet De Bakker
Twee kleine meisjes Bloemblaadjes –
met hun nieuwe paraplu langzaam regent ze leeg,
wachten op wolken. de magnolia
-Maria De Bie-Meeus -Truus de Fonkert
ook ik laat een spoor na na een lang gesprek
zij het niet zo schitterend heffen beiden het glas
als van die slak daar zonder iets te zeggen
-Servaas Goddijn -Ans van der Zon
ginds op het perron stakers aan de poort
staan mensen te wachten – een voorbijgaande schone
peppels langs de sloot zorgt voor wat verzet
-Angeline Jansen -Emile Jans
vage sporen slaperig gezicht
op het ontdooide kanaal een langsstuivende trein
vergane ijspret sneeuwt het wakker
-Pauline Groos -Arnold Vermeeren
de jonge zwaan poetst als jij jouw gebit
nog een enkel bruin veertje op het nachtkastje neerlegt
bijna volwassen verandert je lach
-Marian de Wit -Gonny Smeulders – Veltman
Lopen in sneeuw. Ze luistert heel stil,
Klare stilte, helder als glas de oude boom vertelt haar
en net zo breekbaar zijn tachtig jaren.
-Pom Hoogstadt -Bart van Wolferen
het stille schuiven een tikje wind –
van de bijna volle maan dat ene blad, aarzelt,
en een vlucht vogels. wiekelt omlaag
-Jaap de Mol -Eveline Rutgers
De vijver – we droomden een nacht
stil staat een reiger in april we schreven een
op het ijs. vers en het rijmde
-Nol Hovens -Theo H. A. Slachmuylders
Ze raapt de scherven na de beschieting
op van de voorbije dag hebben alle woningen
helende avond hun eigen klaagmuur
-Lutgart Blommaert -Geert Verbeke
Horendol jaagt ze eenzame bloem,
op de brom van een hommel mijn metgezel
in haar rode vacht voor één nacht
-Desiree Driesenaar -Kristjaan Panneman
IJs van een nacht – Een vallend blaadje
het kan niet meer dragen dat de grond maar niet bereikt –
dan mijn schaduw. de eerste vlinder.
-Adri van den Berg -Stefan Waanders
de dode merel – Golven die komen
zijn buikveertjes wapperen nemen het water weer op
in de lentewind van golven die gaan
-Loeke Groenendal -Johanna Kruit
zelfs bij volle maan op de stenen bank
zag ik nooit het krekeltje zit in haar ochtendgewaad
dat ergens sjirpte geen enk’le geisha
-Guido Ruyssinck -Paul Mercken
Mijn hand met zand nog Boven het maaiveld
niet op je kist vol bloemen – – tegen een strakblauwe lucht –
een vlinder ademt. cirkelt een buizerd.
-René Hombergen -Simon Buschman
zijn nalatenschap: bomen verliezen
voor elke gelegenheid hun bladeren, ze ruisen
een passende hoed zich kaal in de wind
-Marian Poyck -Annie De Paepe
gestaag valt de sneeuw wintermaan –
een eindeloze stilte in het ijs op het meer
daalt heel zachtjes mee kreunt een scheur
-Topy Wolf -Cees Kranenburg
op de trampoline loodgrijze wolken
springend met het kind in gesloten formatie
een kastanje het binnenland in
-Bouwe Brouwer Ida Gorter
de buren kijken De boer ploegt zijn land
naar mijn verwilderde tuin – Tussen de hompen kleigrond
overal vlinders Dansende kraaien
-Ferre Denis Guy Vits
rimpelloze vijver – in de etalage
een dwarrelend herfstblad kunst van leonidas’ chocolade
breekt de spiegeling steekt zijn tong uit –
-Jaak van Ertvelde -Rob Flipse
kijk de aarde zeilt! een bergpad opgaan –
de wind hijst bolle wolken aan de kromming omkijken
aan hoge bomen en even wuiven
-Jac Vroemen -Staf de Gruyter