De herfstwind dringt door merg en been – Basho

21,99

Matsuo Basho (1644-1694) staat bekend als een van de grootste Japanse dichters; zijn haikai-poëzie is over de hele wereld geliefd. In De herfstwind dringt door merg en been is al het lyrisch proza verzameld dat Basho in de periode 1680-1688 schreef.

Eind zeventiende eeuw besloot Basho het literaire wereldje de rug toe te keren en zich als kluizenaar af te zonderen in een buitenwijk van Edo (het huidige Tokyo). Op die manier hoopte hij de grote Chinese dichters uit het verleden in de geest te benaderen. Basho’s proza uit zijn jonge jaren getuigt van eenzaamheid, maar geeft ook uiting aan de diepe vriendschap van de dichter met zijn leerlingen en weldoeners.

In de jaren 1684-1688 ondernam Basho twee lange voetreizen door het bergachtige landschap van westelijk Japan. Deze tochten heeft hij beschreven in Reisverslag van een gebleekt skelet en Aantekeningen uit mijn rugtas. Tijdens zijn reizen ontmoette hij tientallen volgelingen, met wie hij zich overgaf aan uitbundige poëtische sessies. Ook bezocht hij zoveel mogelijk plekken die van historisch, religieus of literair belang waren.

Basho toont zich een meester in het hanteren van beknopt maar beeldend proza, waarin haikai-gedichten op ingenieuze wijze zijn verwerkt. Zijn geschriften kenmerken zich door sublieme landschapsbeschrijvingen, onverwachte overgangen en associaties, en goedgeluimde zelfspot. In naakte onverbloemde taal stelt hij vragen over de schrijnende menselijke conditie.

Beschrijving

De smalle weg naar het verre noorden - BashoMatsuo Basho (1644-1694) staat bekend als een van de grootste Japanse dichters; zijn haikai-poëzie is over de hele wereld geliefd. In De herfstwind dringt door merg en been is al het lyrisch proza verzameld dat Basho in de periode 1680-1688 schreef.

Eind zeventiende eeuw besloot Basho het literaire wereldje de rug toe te keren en zich als kluizenaar af te zonderen in een buitenwijk van Edo (het huidige Tokyo). Op die manier hoopte hij de grote Chinese dichters uit het verleden in de geest te benaderen. Basho’s proza uit zijn jonge jaren getuigt van eenzaamheid, maar geeft ook uiting aan de diepe vriendschap van de dichter met zijn leerlingen en weldoeners.

In de jaren 1684-1688 ondernam Basho twee lange voetreizen door het bergachtige landschap van westelijk Japan. Deze tochten heeft hij beschreven in Reisverslag van een gebleekt skelet en Aantekeningen uit mijn rugtas. Tijdens zijn reizen ontmoette hij tientallen volgelingen, met wie hij zich overgaf aan uitbundige poëtische sessies. Ook bezocht hij zoveel mogelijk plekken die van historisch, religieus of literair belang waren.

Basho toont zich een meester in het hanteren van beknopt maar beeldend proza, waarin haikai-gedichten op ingenieuze wijze zijn verwerkt. Zijn geschriften kenmerken zich door sublieme landschapsbeschrijvingen, onverwachte overgangen en associaties, en goedgeluimde zelfspot. In naakte onverbloemde taal stelt hij vragen over de schrijnende menselijke conditie.

Beoordelingen

Er zijn nog geen beoordelingen.

Wees de eerste om “De herfstwind dringt door merg en been – Basho” te beoordelen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *