Tag archieven: Bouwe Brouwer

’s Morgens drie.

Er bestaat een mooie parabel:

Een apenfokker die noten uitdeelde zei: “jullie krijgen er ’s morgens drie en ’s avonds vier.” De apen waren allemaal woedend!
Toen zei hij: “goed dan maar, dan krijgen jullie er ’s morgens vier en ’s avonds drie.” De apen waren allemaal blij.
De volledige overeenstemming tussen naam en dingen bleef hetzelfde en toch was er zowel blijdschap als woede.*

Voor de apen maakt het kennelijk heel veel uit hoe de hoeveelheid voer over de dag verdeeld wordt, en de apenfokker voegt zich zonder problemen naar hun wensen, aangezien het voor hem niets uitmaakt. De hoeveelheid voer blijft immers gelijk?

Wat heeft dit nu met haiku te maken? Veel haikulezers krijgen de (bij voorkeur zeventien) lettergrepen in haiku’s graag voorgeschoteld zoals ze dat gewend zijn: verdeeld over drie regels van (liefst) 5, 7 en 5) lettergrepen. En waarom zou je als haikuschrijver dan moeilijk doen?

Een haikuschrijver kan echter hele goede redenen hebben om minder lettergrepen te gebruiken (zijn lezers moeten een beetje op “dieet”) en ze ook nog eens anders voor te schotelen, bijvoorbeeld in één regel. Vanuit historisch oogpunt zijn er ook goede argumenten om een andere dan de drieregelige vorm te gebruiken.

Van oudsher wordt de haiku in Japan namelijk geschreven in één verticale regel, van boven naar beneden. Dat betekent overigens niet dat de Japanse haiku geen geledingen kent. Daarvoor worden zogenaamde “snijwoorden” gebruikt, waarmee wordt aangegeven waar zich een wending in de haiku bevindt. Snijwoorden zijn woorden zonder inhoudelijke betekenis, maar die wel sterk de toon of gevoelswaarde van het gedicht bepalen.

Toen de haiku naar het Westen kwam werd de eenregelige verticale vorm vertaald naar drie horizontale regels. Ons schrift is immers verticaal slecht leesbaar, en wij kennen geen snijwoorden, dus moeten er andere manieren gezocht worden om de geleding van de tekst te markeren. Toch kwamen haikuschrijvers er, vooral in de Engelstalige landen, achter dat je in de Westerse talen ook heel goed eenregelige haiku’s kunt schrijven. Wij hebben andere manieren om aan te geven waar in de zin een wending of een rustpauze zit zoals door de zinsbouw. En als die geen duidelijkheid verschaft kunnen we ons altijd nog bedienen van spaties, beletseltekens (3 puntjes) of gedachtestreepjes.

gunshot the length of the lake**

geweerschot de lengte van het meer

Bovenstaande haiku werkt toch prachtig. De visuele vorm van de haiku vertoont een overeenkomst met de baan van de kogel én het oppervlakte van het meer. De éénregelige vorm zorgt ook voor een hoger tempo bij het lezen, wat het beeld van het geweerschot ook nog eens benadrukt.

En er is een natuurlijk rustpunt na gunshot en (in mindere mate) na length. Verdere leestekens zijn dus overbodig.

Een ander voorbeeld:

jampackedelevatoreverybuttonpushed***

propvolleliftelkeknopingedrukt

De auteur heeft gekozen voor de eenregelige vorm. Dat benadrukt niet alleen de beweging van de lift, maar door het hogere leestempo (zie bij de voorgaande haiku) ook de spitsuurachtige hectiek. Verder ziet hij af van woordspaties waardoor het propvolle van de lift visueel extra wordt ondersteund. De inhoudelijke verwarring die de ononderbroken woordenstroom bij de lezer oplevert zou je ten slotte kunnen zien als een pendant van het chaotische van al die op elkaar gepropte individuen.

Eigenlijk zou je verwachten dat vanaf het moment dat er ontdekt werd dat je in de Westerse taal ook gewoon de eenregelige vorm kunt hanteren, schrijvers deze mogelijkheid zouden aangrijpen om bij bepaalde onderwerpen juist deze vorm te gebruiken. In sommige gevallen kan een “alternatieve” vorm (lees: een andere dan de drieregelige 5-7-5-variant) de inhoud van de haiku namelijk enorm versterken.

motregen – een dakloze duwt herinneringen voort***

Wat mij betreft is het vasthouden aan de drieregelige vorm van haiku, omdat het nu eenmaal zo hoort: ’s morgens drie!

*Zhunga Zi, de volledige geschriften. – Kristofer Schipper
** Jim Kacian – Where I leave off/Waar ik ophoud. ‘t Schrijverke, ‘s Hertogenbosch 2010
*** John Stevenson – Haiku in Englisch, the first hundred years. W.W.Norton & Company
****Bouwe Brouwer – Whirligig Multilingual haiku journal Vol. VI May 2015