Haikubouwstenen 11. Vaststelling

door Klaus-Dieter Wirth

Het begrip ‘vaststelling’, waarover het in deze aflevering van Haikubouwstenen gaat, moet niet worden begrepen in de zin van een persoonlijk getrokken conclusie of een beoordeling, maar als een waarneming waarvan met verwondering kennis wordt genomen, en die daarom het mededelen waar werd geacht. Meestal spreekt men in dit verband van een haikumoment, waarin het woord ‘moment’ in twee betekenissen kan worden opgevat: als de representatie van een samengebald stukje tijd, een haiku als een geslaagde ‘snapshot’ dus, of als een momentum, als factor die verdere associaties oproept, nagalm veroorzaakt.

Een geoefende blik ontdekt ook in het dagelijks leven altijd weer bijzondere of – soms pas bij nadere beschouwing – zeer betekenisvolle zaken. Het is aan de lezer om te bepalen of de weerslag ervan in taal – altijd een samenspel van inhoud en literaire vormgeving – met goed gevolg wordt uitgevoerd. Als diens reactie voornamelijk beperkt blijft tot een ‘Ja, én?’ / ‘So what?’, dan was de haiku kennelijk niet overtuigend genoeg; leidt hij daarentegen tot een aha-erlebnis, dan is dat op zijn minst een aanwijzing voor kwaliteit.

Hoe ontstaat er uit een waarneming of constatering een geslaagde haiku? Dat kan op verschillende manieren gebeuren:

  • Iets triviaals kan op een zeer poëtische wijze worden beschreven, door bijvoorbeeld van het ijs niet te zeggen dat het flinterdun is, maar – zoals Adri van den Berg doet – dat het zo dun is ‘dat het enkel haar schaduw kan dragen’.
  • De tekst kan vrijwel onmiddellijk de neiging oproepen om hem in zijn geheel op te vatten als een metafoor, zoals het geval is bij de haiku van Ad Beenackers over de ezel in de paardenwei, die na tien jaar nog steeds balkt (denk aan de migrantendiscussie!), of bij de haiku van Jack Cain van de lege lift die opengaat en weer dicht: hoe zinloos kan iets zijn!
  • Een haiku kan onder de oppervlakte tragiek verbergen, zoals de haiku van Louise Vachon over het gezin dat zo lijkt op haar eigen gezin, vijftien jaar geleden – je voelt meteen aan: namelijk nog voordat… (vul maar een tragische gebeurtenis in).
  • Een waarneming kan op het eerste gezicht een weinig opzienbarende vaststelling zijn, maar bij nader inzien een zich plotseling realiseren van iets: de bergkersen van Margaret Chula, die niet bloeien ‘om iemand te bevallen’ (en misschien daarom wel zo ontroeren – anders dan mensen die soms zo veel doen om in de smaak te vallen, en daarmee vaak het tegengestelde bereiken).
  • Je kunt van water zeggen dat het de wetten van de zwaartekracht volgt, maar je kunt het ook anders verwoorden, zoals Francine Banwarth doet, wanneer zij van een rivier in de mist zegt dat hij ‘de weg kent’.
  • Een haikudichter kan aan iets een ongebruikelijke conclusie verbinden: George Swede zegt van zijn eigen lange schaduw dat die ‘nutteloos’ is (omdat deze hemzelf in die vreselijke hitte immers geen koelte mag verschaffen).
  • Veel middelmatige haiku’s dwepen op een zoetige manier met de schoonheid van de natuur. Je kunt je bewondering ook anders uiten, zoals Greg Piko, die de vrucht van de adelaar bestudeert als was deze vogel een vliegtuig, en tot de vaststelling komt ‘dat er niets is wat hij zou verbeteren’ – als dat al tot de mogelijkheden zou gebeuren…

Net zoals voor de haiku’s van het ‘oorzaak-gevolgtype’ gold (zie haikubouwstenen deel 6), komt ook het onderhavige type haiku opvallend vaak voor in het Nederlandse taalgebied. Verder valt opnieuw op dat men zich in Nederlandstalige haiku’s over het algemeen nog verbazingwekkend trouw houdt aan het 5-7-5-schema.
Dit is wellicht te verklaren uit het feit dat het Nederlands – vergeleken met andere talen – een taal is met zeer veel synoniemen, en bijvoorbeeld met zo’n handige verkleinuitgang (-je of -tje), wat de dichter enerzijds behoedt voor overbodige opvullingen en hem anderzijds een grote speelruimte biedt,

hinatabolu tsukawanakutomo heru jikan

Je me chauffe au soleil –
Ce temps d’oisiveté aussi
file inexorablement!


Masaka Ôta (hedendaagse Japanse dichters)


Ik warm me in de zon –
Ook deze tijd van luiheid
vliegt onverbiddelijk


nothing
that I would improve
eagle in flight


Grag Piko (USA)
niets
wat ik zou verbeteren
adelaar tijdens de vlucht

the first sun
after a week of rain
my shadow again


Deborah P. Kolodji (USA)
de eerste zon
na een week van regen
daar is mijn schaduw weer

autumn fog…
the river knows
the way


Francine Banwarth (USA)
herfstmist…
de rivier kent
de weg

elevator silence –
our eyes escape
into numbers


Christopher Herold (USA)
stilte in de lift –
onze ogen vluchten
in nummers

fog lifting
the tree
where it is


Bill Kenny (USA)
de mist trekt op
de boom
waar hij is

they bloom
to please no one
mountain scherries


Margaret Chula (USA)
zij bloeien
niet om iemand te bevallen
bergkersen

an empty elevator
opens
closes


Jack Cain (USA)
een lege lift
gaat open
gaat dicht

blazing heat
my long shadow
useless

George Swede (CDN)
verzengende hitte
mijn lange schaduw
nutteloos

angler’s guide –
all the fish
we didn’t catch

Grant Savage (CDN)
hengelsportgids –
al die vissen
die wij nooit vingen

Riverside walk:
how articulate water is
without words

Gerald St. Maur (CDN)
Wandeling langs de rivier:
hoe spraakzaam het water is
zonder woorden

heat wave
the wind chime’s
long silence

Susan Constable (CDN)
hittegolf
het lange zwijgen
van de windgong

Chaque matin
Devant ma glace
Ce type à lunettes!

Luce Pelletier (CDN)
Elke morgen
In mijn spiegel
Deze snuiter me bril!

le banc du parc
assez grand pour trois amis
ou deux inconnus


Luce Pelletier (CDN)
de parkbank
groot genoeg voor drie vrienden
of twee vreemden

sur la plage
une famille comme la nôtre
il y a quinze aus


Louise Vachon (CDN)
aan het strand
een gezin als het onze
vijftien jaar geleden

Tracing the winding road
his index finger
half a mile wide

Ken Jones (GB)
De bochtige weg volgend
is zijn wijsvinger
een halve mijl breed

the shortest day
almost no time at all
to have a shadow

David Cobb (GB)
de kortste dag
vrijwel geen tijd
om een schaduw te hebben

Suddenly noticing
A building that
Has alwas been there

Mike Chasty (GB)
Plotseling
Een gebouw zien
Dat er altijd al was

twins’ birthday party
their mother gives her
half a hug


Maeve O’Sullivan (IRL)
verjaardag van de tweeling
hun moeder omarmt ze
elk voor de helft

wrinkles
show again
after the shave

Marius Geerts (NL)
rimpels
komen weer tevoorschijn
na het scheren

Hij blijft balken.
De ezel staat al tien jaar
tussen de paarden.

Ad Beenackers (NL)
die grote klaproos
moet snel bekeken worden –
een zomerbriesje

Lia de Ceuninck van Capelle (NL)
mijn vijvertje is
maar een handbreed diep en toch
de maan kan erin

Jac Vroemen (NL)
Rechtop en voornaam
staat het paard in de regen
en schuilt in zichzelf

Inge Lievaart (NL)
ruziënde mussen
verdwijnen in de bosjes –
met dispuut en al

J.C. van Schagen (NL)
ijs van één nacht –
het kan niet meer dragen
dan mijn schaduw

Adri van den Berg (NL)
zijn nalatenschap:
voor elke gelegenheid
een passende hoed

Marian Poyck (NL)
reisgidsen
alleen foto’s

met zonnige dagen

Ferre Denis (B)
de parkeerplaatsen
onder de herfstkastanjes
blijven onbezet

Els Kooyman (B)
spiegelzaal –
telkens een ander beeld
van hetzelfde

Leon Scevenels (B)
Het dorpsklokje klept
voor doden en huwenden,
op dezelfde toon.

Paul Vyncke (B)
Een boom vol bloesems
in een wit berijmde wei.
De lente vriest vast.

Herman van Rompuy (B)
Mijn hand ontdekte
het bedrog van mijn ogen:
helderblauw water.

Karel Hellemans (B)
dans son sourire
quatre-vingt sing années
d’aubes et crépuscules

Gérard Dumont (F)
in zijn glimlach
vijfentachtig jaren van
dageraad en avondschemer

La neige tombe toujours
que je la regarde
ou que je ferme les yeux


Chiéko Watanabe (F/JAP)
De sneeuw valt onafgebroken
of ik nou kijk
of mijn ogen sluit

Waterfall roaring –
though the sparrow sings unheard,
still he keeps singing


James Kirkup (AND/JAP)
Geraas van een waterval –
ofschoon onhoorbaar, zingt
d spreeuw gewoon door

spring miracle –
each seed knowing
what to become

H.F. Noyes (GR/USA)
lentewonder –
ieder zaadkorreltje weet precies
wat het worden moet

pausing
on the bridge – both ways
in mist


Alexey Andreyev (RUS)
stilstaan
op de brug – beide kanten
in de mist

Fägeln flyger iväg
innan jag finner henne
i fägelboken

Kai Falkman (S)
De vogel vliegt weg
nog voor ik hem vind
in de vogelgids

no importa
adonde voy –
viento de otoño

Israel López Balan (MEX)
onverschillig
waarheen ik ga –
herfstwind

Memoiren
am Ende meinder Reise
derselbe Mond

Gabriele Hartmann (D)
memoires
aan het einde van mijn reis
dezelfde maan

weiße Weite
Schritte
in eine andere Stille

Ilse Jacobsen (D)
witte verte
schreden op weg
naar een andere stilte

Herbst –
die Bäume geben uns
den Himmel zurück

Michael Mintel (D)
herfst –
de bomen geven ons
de hemel terug

am grab
mein atmen
trennt uns

René Possel (D)
aan het graf
mijn ademen
scheidt ons

vorübergehend –
Mein Schatten löscht
das Glitzern im Glas

(Angelica Seithe (D)
in het voorbijgaan
heft mijn schaduw
de schittering van het glas op

im Ausland
die Muttersprache plötzlich
so fremd

Boris Semrow (D)
in het buitenland
de moedertaal plotseling
zo vreemd

kurz vor Tagesanbruch
der Schneepflug räumt
meinen Alptraum

Dietmar Tauchner (A)
vlak voor de dag aanbreekt
ruimt de sneeuwploeg
mijn nachtmerrie

kaum kopierbar
die Schnittmuster des Chwalben
am Abendhimmel

Klaus-Dieter Wirth (D)
nauwelijks te kopiëren
de patronen van de zwaluwen
aan de avondhemel