Vanaf de twintigste eeuw begint er bij componisten belangstelling te ontstaan om haiku te verklanken, vocaal als instrumentaal. Voor extra achtergrondinformatie verwijs ik naar het artikel van Tony Sebrechts uit de herfsteditie 2020 van Vuursteen (https://haiku.nl/haiku-en-muziek-in-de-xxe-eeuw/) en naar de artikelen van Boudewijn Buckinx en Bart Mesotten uit het lentenummer van Vuursteen uit 1993.
Haiku’s die als thema muziek hebben kunt u onder deze link vinden: Muziekhaiku’s.
Van onderstaande componisten kunnen composities beluisterd worden door op de link te klikken. Tevens worden de haiku’s en eventueel beschikbare info vermeldt.
Tevens kunt u op de website van ‘The Haiku Foundation‘ nog meer links aanklikken op de pagina Haiku Music Challenge Archive https://thehaikufoundation.org/category/features/haiku-music-challenge/
Componisten en dichters:
Igor Stravinsky
Igor Stravinsky – Trois Poésies de la Lyrique Japonaise (1912)
Stravinsky heeft de drie liederen voor sopraan en piano alsmede voor sopraan en kamerorkest getoonzet (1912). De link verwijst naar de orkest versie.
Onderstaande tekst is afkomstig van de partituur.
I have flowers of white,
come and see where they grow in my garden.
But falls the snow,
I know not my flowers from flakes of snow.
Akahito
The spring has come,
Through those chinks of prisoning ice the white floes drift,
foamy flakes that sport and play in the stream.
How glad they pass, first flowers that tidings bear that spring is coming.
Mazatsumi
What shimmers so white away?
Thou wouldst say ‘t was nought but cloud let in the midst of hills.
Full blown are the cherries: thou art come, beloved springtime!
Tsaraiuki
John Cage
John Cage – Seven Haiku for Piano (1951-1952)
Cage componeerde zijn Seven Haiku met behulp van de kaarttechniek met I Ching toevalstechniek (aleatorisch), in feite dezelfde kaarten als hij gebruikte in Music of Changes, samen met dezelfde notatie methode, die proportioneel is en waarbij een kwartnoot gelijk is aan 1/2 inch. Elke haiku is opgebouwd rond drie maten van vijf, zeven en vijf kwartnoten. Stilte speelt een essentiële rol in deze stukken.
John Cage – Haiku (1950-1951)
In tegenstelling tot de bekende Seven Haiku, gebruiken deze vroegere Haiku’s de reeks van 7-5-7 geluidsgebeurtenissen (in negen maten) als een structurele onderbouwing, in plaats van de 5-7-5 reeks van de latere compositie. Ze weerspiegelen een fascinerend muzikaal pad van telkens 9 maten. Enkele Haiku zijn voorzien van een titel:
Haiku 1, for my dear friend, Who (opgedragen aan David Tudor, uitvoerend pianist)
Haiku 2, What stillness!
Haiku 3, The Green Frog’s Voice
Haiku 4, The River Plurabelle
Haiku 5, –
Haiku 6, –
Haiku 7, second version
Ton de Leeuw
Ton de Leeuw – Haiku, Songs and Interludes for voice and piano (1963)
In het voorwoord van de partituur schrijft Ton de Leeuw:
Three songs and two interludes, to be considered as five different interpretations of a Japanese Haiku-poem:
Morning-haze:
as in a painting of a dream,
men go their ways.
Buson
Deze haiku vormde de inspiratie voor een aantal nummers, waaruit de vijf pianostukken met bovenstaande titel voortkwamen. Ze zijn in feite niet structureel gerelateerd aan het gedicht; ze zijn eerder gebaseerd op de typische vrijheid van interpretatie die geassocieerd wordt met de haiku-traditie. Dit vormt de muziek doordat er een poging wordt gedaan om elke individuele noot en de muziek als geheel te installeren met een zo diep mogelijk eigen leven, in plaats van het te dwingen tot een vooraf bepaalde wil of expressie. Dit geldt niet alleen voor de compositie maar ook voor de uitvoering ervan: het idee van een goede uitvoering van de componist is er een die de eigenlijke interpretatie aan de luisteraar overlaat. De pianist moet daarom niet met opzet, noch met opzettelijke objectiviteit spelen: hij moet ernaar streven het materiaal zo vrij mogelijk te laten klinken, afgezien van elke esthetiek van spanning.
Ton de Leeuw – Haiku II for Soprano and Orchestra (1968)
Haiku II verwijst naar eerdere composities. In de eerste plaats naar de cyclus Haiku I en naar de opera De droom. In beide composities is gebruik gemaakt van haiku’s, korte Japanse gedichten, waarin het gebruik van ideeën associaties kenmerkend is. Ze suggereren niet alleen een bepaalde stemming, ze roepen ook duidelijk geprofileerde beelden op, die tot velerlei interpretaties kunnen leiden. Deze multi-interpreteerbaarheid is zelfs essentieel. In De droom waren de haiku’s al sterk gespleten, tot op de afzonderlijke fonemen, en verdeeld over 32-stemmig koor. In deze compositie komt deze splitsing op een andere manier tot uitdrukking: de woorden en klanken van de verschillende gedichten worden door elkaar gehaald. Zo vormen ze nieuwe woord- en zinsstructuren die semantisch onverstaanbaar zijn: de muziek is niet bedoeld om een begrijpelijke weergave van de tekst te geven. De tekst is eerder het klankmateriaal, vergelijkbaar met de klanken van de instrumenten die naar boven komen. Soms inderdaad in deze stroom van geluiden verstaanbare woordcombinaties zweven plotseling omhoog; alle zes gebruikte haiku’s komen minstens één keer in hun oorspronkelijke vorm tevoorschijn. Ze krijgen daarmee als het ware een nieuwe dimensie. Geheel in de geest van de haiku’s kan de luisteraar de stukjes die hij vangt vrijelijk interpreteren, en dezelfde woorden kunnen, in verschillende posities, een totaal ander effect hebben. Het muzikale effect blijft echter van het grootste belang.
A sudden shower falls –
and naked I am riding
on a naked horse
Issa
In all this cool
is the moon also sleeping?
there, in the pool?
Ryusui
No Sky at all;
no earth at all – and still the snowflakes fall
Hashin
Dewdrops, limpid, small –
and such a lack of judgment shown
in where they fall!
Sooin
Old pond
frogs jumped in
sound of water
Basho
Chris Aquavella
Chris Acquavella – Aki-No-Kure (Autumn Nightfall) 2016
Een eigentijdse klassieke compositie met elementen van Amerikaanse minimal music en de Japanse vijftonige toonladder. Aki-no-kure is geïnspireerd op een traditionele Japanse haiku met dezelfde titel, geschreven door de Ochi Etsujin (1656-1739).
Bezetting: mandoline en gitaar.
Herbstabend:
Sollen wir Licht anzünden?
fragt jemand.
Etsujin
Christian Salvesen
Christian Salvesen – Sieben Haikus (1998)
De zeven composities zijn getoonzet voor vrouwenkoor (sopranen en alten).
Alter, stiller Teich
Fröschlein springt hinein,
Platsch!
Basho
Dieser Herbststurm!
Er jagt die Wildschweine vor sich her
wie welke Blätter.
Basho
Ohne einem Pinselstrich
malt ein bild vom Windeswehn
ja der Weidenbaum.
anoniem
Auf der Wölbung der Tempelglocke
ganz zart
ein Schmetterling.
Buson
Die grauen Berge
hinter dem Schneegeriesel:
wie stumme, fremde Götter.
Basho
Sie lassen dich ihr Antlitz sehen,
aber ihre Seele nicht,
die Blumenmädchen.
Tsukaki
Ohne Ende
singt die Feldgrille,
Und doch ist ihr Leben so kurz.
Fujiwara
Colin Matthews
Colin Matthews – Strugnell’s Haiku (1990)
Geschreven voor sopraan en piano en gebaseerd op drie haiku’s van Jason Strugnell.
De twee uitvoeringen die gelinkt zijn op deze pagina zijn een georkestreerde versie van de oorspronkelijke uitvoering.
The cherry blossom
In my neighbour’s garden
Oh! It looks really nice.
The leaves have fallen
And the snow has fallen and
Soon my hair also …
November evening:
The moon is up, rooks settle,
The pubs are open.
Ursula Mamlok
Ursula Mamlok – Haiku Settings (1967)
Vijf verklankingen van haiku’s voor sopraan en fluit.
So cold are the waves
the rocking gull can scarcely
fold itself to sleep
Basho
When a nightingale sang out the sparrow flew off to a further tree.
Jurin
A leaf is falling alas alas
another and another falls.
Ransetsu
A tree frog softley begins
to trill as raindrops spatter the new leaves.
Rogetsu
How cool the green hay smells carried in through the farmgate at sunshine.
Boncho
Jürg Wyttenbach
Jürg Wyttenbach – Laut Käfig (1995/1997)
Zoals in een Renga is deze vorm van dialoog die ook een rol speelt in de compositie.
De gitarist moet ook spreken en zingen. Kleine theatrale gebaren ondersteunen het muzikale. Zonder exotische kleuren – met één uitzondering in het voorlaatste nummer.
De cyclus bevat 17 composities in een verdeling gelijk aan de seizoenencyclus.
“LAUT KÄFIG” werd gecomponeerd voor sopraan en harp in 1995-96; in 1997 werd de versie voor sopraan en gitaar gecomponeerd.
Haiku’s van Ryota, Ransetsu, Issa, Kiga, Raizan en Buson.
Klaas de Vries
De Naakte Ruiter (2017)
Een serie haiku’s met de maan als thema. De muziek ondersteunt de beelden die in de gedichten worden afgebeeld en versterkt het gevoel dat ze oproepen. De muziek is eenvoudig en laat ruimte voor de tekst en het beeld – alsof het een soundtrack van een film is – behalve dat de film puur virtueel is en alleen in het geestesoog van de luisteraar speelt.
Gecomponeerd voor: hobo, viool, altviool en cello.
Paul Bruinen
Haiku’s (2011)
Voor hobo/fluit, piano en soundtrack.
https://www.youtube.com/results?search_query=Paul+Bruinen+Haiku
Siegfried Behrend
Haiku-Suite für Flute und Gitarre
Geïnspireerd op gedichten van Basho.
Gilbert Biberian
Siz Haiku for solo Guitar
What happiness
Crossing this summer river,
Sandals in hand!
Buson
A fallen flower
returning to the brench?
It was a butterfly.
Moritake
The first snow,
Just enough to bend the leaves
of the daffodils.
Basho
Now in sad autumn
As I take my darkening path…
A solitary bird.
Basho
White cloud of mist
Above white cherry blossoms…
Dawn-shining mountains.
Basho
Mountain-rose petals
falling, falling, falling now…
Waterfall music.
Basho
Olivier Messiaen
Sept Haikaï –
esquisses japonaises pour piano solo et petit orchestre
Olivier Messiaens Sept haïkaï maakt optimaal gebruik van een groot, kleurrijk ensemble dat bestaat uit hoorns en percussie (vooral klokken en gongs), 8 violen, xylofoon, marimba en piano. Hij stelt geen musicologische hocus-pocus voor om zijn compositie aan haiku te koppelen. Het werk van Messiaen stelt eerder zijn verwantschap met haikai vast vanwege zijn sonoriteit en gemoedstoestand. Op het album staat: “Dit werk werd in 1962 geschreven na een reis naar Japan. Het bestaat niet uit gedichten: de titel “Haïkaï” geeft alleen aan dat de zeven stukken kort zijn, zoals de Japanse gedichten met dezelfde naam. … “
Hans Zender
Fünf Haiku for flute and strings
Five Haiku for Flute and Strings (Lo-Shu IV), gecomponeerd door Zender begin 1982, ging in première op het Music in the Twentieth Century Festival op 20 mei van hetzelfde jaar. In de jaren zeventig en tachtig schreef Zender een reeks stukken met de titel
Lo-Shu, de oude Chinese aanduiding voor een vierkant dat in negen delen is verdeeld. De ideeën achter de Five Haiku, zo [schrijft] de componist zelf, was zijn ‘zoektocht naar de verdere afkorting van zijn taal. De zeventien lettergrepen van de haiku komen overeen met de zeventien grote maten van een muzikaal moment. Elk van deze maten is een autonome muzikale eenheid in de zin van tempo en harmonie, vergelijkbaar met de frasen van onze klassieke muziek (het duurt tussen de zes en ongeveer twaalf seconden). De indeling 5–7-5 van de haiku wordt duidelijk gemaakt door twee lange rusten. De maatregelen zelf zijn niet samengevoegd in de zin van een ontwikkelingsvorm, maar dragen hun centrum in zich, zodat hun ordening volgt op basis van associatieve criteria. ”
Zender had geen specifieke haiku tekst in gedachten. Zijn compositie verzet een solostem (de fluit) tegen de strijkers, die ook als percussie fungeren.
Dirk Brossé
Haiku Cycle 1,
On a Morning Walk, voor sopraan en piano
on a morning walk
I tread on a violet:
spring is in the air
Herman van Rompuy
Project ‘Behind the Score’
Behind the Score
Het Stolz Quartet werkte in het educatieproject samen met studenten van Codarts Rotterdam en het Koninklijk Conservatorium Den Haag. Zij kregen de opdracht om een korte compositie te schrijven van maximaal 3 minuten voor het kwartet. Daarbij moesten ze zich baseren op een haiku. De haiku’s werden geschreven door leden van de Haiku Kring Nederland. De opdracht voor de HKN was: schrijf een haiku over het thema versnelling. De compositiestudenten baseerden zich elk op hun eigen manier op één of twee van deze haiku’s.
elk vredig moment
verlangt naar de eeuwigheid
als tijdloze tijd
Jan Guichelaar
een heer op leeftijd
fietst door het stiltegebied
met zijn oortjes in
Tini Haartsen-Slappendel
steen in de vijver
de oever kaatst de golven
terug naar de steen
Arie de Kluijver
rennende mensen
net te laat voor de trein
met vertraging
Henk van der Werff
the book about mindfulness
on the bookshelf, unread
too little time
Jan Guichelaar
door het open raam
resoneert de singing-bowl
steevast om half acht
Tini Haartsen Slappendel
Toshio Hosowaka
Haiku for Pierre Boulez
to his 75th Birthday
De opleidingachtergrond van Hosowaka (1955) leidde naar composities, die een mix vormen tussen de traditionele Japanse muziek en de Europese muziek van de 20e eeuw. Hosokawa vergelijkt muziek met kalligrafie, schrijfkunst tegenover de achtergrond; muziek is geluid tegenover de stilte.
Heinz Holliger
Dämmerlicht (Hakumei)
Fünf Haiku für Sopran und grosses Orchester
(2014-2015)
In het voorwoord van de partituur schrijft Heinz Holliger:
‘My new work composed between May und July 2015 based on five Haiku poems which I wrote in the Imperial Gardens in Tokyo on the last day of 1991 during a concert tour with the English Chamber Orchestra.
The seventeen-syllable poems are overshadowed by the premonition of the death of my dear teacher who died on 4 March 1992.
Dämmerlich is dedicated to my dear friend Toro Takemitsu who introduced me to the secrets of No theatre and Gagaku, Bugaku and Bunraku music.’
Vollmond
ein Duft von Licht
schwebt über dem Wasser.
Ransetsu
Blühendes Gras
auf dem alten Schlachtfeld
den Träumen entsprosen
der toten Krieger
Basho
Langsam lässt sie das Kleid von ihren blasen Brüsten sinken ganz langsam
anoniem
Jonathan Harvey
Haiku
Toelichting van de componist in de partituur:
‘I wrote more … and found myself in the unusual position of rejecting as superfluous, as diminishing the force of the idea. Live with the final E flat, it ‘contains’ the other notes. And that there is nothing after it is perhaps shocking: the end defines the meaning.’